Het varen op de Zeeuwse wateren kon op bepaalde dagen lijken op een pleziertochtje. Maar in stormachtig weer kon het bepaald gevaarlijk zijn. Op 2 oktober 1852 was er een plotselinge zware storm. De 76-jarige schipper Gerrit van Dort (1776-1852), beurtman van Bergen op Zoom op Zierikzee, was met 34 opvarenden onderweg. Hij kwam met zijn schip op de plaat van de Dortsman. Er waren enkele schepen in de buurt die te hulp schoten. Kapitein L.C. Ribbens van de stoomboot Stad Zierikzee liet een sloep te water waarin een matroos en de hofmeester naar het gestrande beurtschip roeiden. Op hun eerste tocht konden zij 9 mensen redden. De tweede tocht was rampzalig. Teveel mensen sprongen in de sloep zodat deze omsloeg. De matroos en de hofmeester moesten op de schor blijven. De sloep werd naar de Stad Zierikzee getrokken en daar opnieuw in orde gemaakt. De hofmeester en de matroos probeerden weer in de sloep te komen. Dat lukte alleen de matroos. Met slechts één riem wist hij Stavenisse te bereiken. De bemanning van een schokker heeft later nog 13 mensen gered. 12 personen zijn er verdronken, waaronder de bejaarde schipper. Al op 16 oktober stond er in de krant dat de Zuid-Hollandse Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen als beloning een som geld uitkeerde aan die mensen die zich hadden ingespannen om mensen te redden. L.C.Ribbens en de manschappen van schipper M. van der Ploeg en schipper L. de Waardt kregen ieder ƒ 100.-[1]

[1] Algemeen Handelsblad, no 6497, dinsdag 5 oktober 1852, 2 en Nieuwe Rotterdamsche Courant, Zaturdag 16 oktober 1852 , no 287, 2.

VERVOLG KLIK  BRANDMERK VAN DE SCHEEPSMETER