E - H

ERNST, FONDSE, GEERS, GEERVLIET, GIELBERT, HAGENAARS

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

ERNST

 

Jacobus Ernst (St. Goar [D.] 1773-….) huwde 1808 met Wilhelmina Cornelia van Dort (1784-1862) dochter van Johannes Cornelis van Dort[1] en Cornelia Margarita Huijsman. Jacobus komt voor op de lijst van in- en uitgaande schepen 1812-1813. Hij is eigenaar van de Wilhelmina Cornelia een schip van 45 ton. Dit is het grootste type schip dat toen in Bergen thuishoorde. Hij vaart er mee naar IJsselmonde en Antwerpen.

[1] Zie VAN DORT 3 sub I b.

 

 

FONDSE                                                                                        

HERVORMD

 

I. Leendert [de Kopere Koo] Fondse (Haamstede 1838-Terneuzen 1904) zoon van dagloner Johannes Fondse (ook Fonse) en Willemina Montfoort huwde 1869 met Cornelia Maria Elisabeth Schot (1848-1925) dr.v. schipper Reinier Schot[1] en Agatha Geertruida van Dort. Het gezin zal aan boord hebben gewoond want in 1860/80 geen opgave van adres.[2] Zij vertrekken 1869 naar Dordrecht. Rijnvaartpatent 19-05-1870 te Dordrecht voor tjalk De Goede Verwachting van 62 ton.[3] 17-09-1880 passeert Fondse met het schip Vrouw Cornelia Lobith bestemd voor Bergen op Zoom. Schipper op het sleepschip Noordland, groot 677 ton. In 1908 is K. van Kleef zetschipper op het schip Noordland, eigenaresse is dan de Wwe L. Fondse te Dordrecht. Uit het huwelijk Fondse-Schot 9 dochters en 4 zoons. Vijf dochters trouwden met een schipper.

1. Wilhelmina Agatha (Druten 1870-1962) huwde met schipper Willem Johannes Maas.[4]

4. Agatha Geertruida (1873-Poortugaal 1947) huwde schipper Jacobus Johannes de Groot (Goes 1867-....).

7. Geertruida (1876-Rotterdam 1944) huwde met schipper Marinus Johannes de Haas (1876-….)[5]

8. Dana Anna (1878-Rotterdam 1929) huwde schipper Christiaan Dirk Hovestadt (Werkendam 1877-Rotterdam 1935) zoon van Christiaan Hovestadt en Johanna Ritmeester.

10. Elisabeth Johanna (Moordrecht 1880-Nieuwer-Amstel 1932) huwde schipper Kleijs van Kleef, zij voeren op het schip Noordland.

3. Johannes Adrianus volgt II.

 

II. Johannes Adrianus Fondse (1872-Kruiningen 1902) is schipper en huwde Dordrecht 1902 Christina Dirkje Hovestadt (Werkendam 1874-Oegstgeest 1964) dr.v. Christiaan Hovestadt en Johanna Ritmeester. Johannes Adrianus overlijdt een paar maanden nadat hij trouwde. Hij voer op het schip Door de(n) Tijd, een in 1892 te Papendrecht gebouwde klipper van 228 ton. In het Rijnschepenregister van 1914 staat de weduwe als eigenaar vermeld. Zetschipper is dan K. v.d. Kolk.

[1] Zie SCHOT 2 sub II.

[2] BR 1860/80

[3] RD

[4] Zie MAAS III d.

[5] Zie DE HAAS 1 sub IV a.

 

 

 

GEERS                                                                                          

KATHOLIEK

 

I. Johannes Geers (1839-1916) zoon van de Bergse kastelein Antonius Geers en Maria Deckers. Aanvankelijk is Johannes schippersknecht en woont dan in bij de koffiehuishouder Adrianus Dietvorst aan de Noordzijde haven 46. Omstreeks 1871/73 is hij eigenaar van een houten tjalk van 59 ton genaamd: Handel & Scheepvaart.[1] Hij trouwde 1867 met de schippersdochter Johanna Maria Backx (1844-1885) dochter van de Bergse schipper Cornelis Backx[2] en Dina Pirée. Rond 1890/92 is Johannes eigenaar van De Vier Gebroeders, een 98 ton grote tjalk waarmee hij in het begin een vaste beurt bediende.[3] In 1900-1920 aan boord Maria 3.[4] Uit het huwelijk Geers-Backx zijn zeven kinderen bekend. Dochter Dymphina Adriana trouwde met Daniel J.Touw.[5] Zoon Cornelis Adrianus volgt II a, zoon Thomas Aloisius volgt II b, zoon Wilhelmus Philippus volgt II c en zoon Philippus Aloijsius Johannes volgt II d.

 

II a. Cornelis Adrianus (Kees) Geers (1871-1968) huwde 1902 met Maria Christina Bierstekers (1872-1949) dr.v. Jacobus Bierstekers en Laurina Arnolda Schoutens. Hij was schipper op de Maria een sleepschip van 750 ton. Het eigendom was   ondergebracht in N.V. Scheepvaart Mij Maria Bergen op Zoom. In 1924 nog schipper maar in 1926 scheepsbevrachter. In 1926 en 1935 varen zetschippers met dit schip.[6] Cornelis werd scheepsbevrachter o.a. voor de Suikerfabriek. In 1920-38 schipper < doorgehaald en veranderd in café-houder.[7]  Uit hen 5 dochters en een zoon.

 

II b. Thomas Aloisius Geers (1876-1924) in 1920-24 schipper aan boord Maria 3 < doorgehaald en veranderd in Jacoba.[8] De Jacoba was een melassetanker van de Spiritusfabriek. Bij overlijden ongehuwd en beroep schipper.

 

II c. Op een na jongste zoon Wilhelmus Philippus [de Dikke] Geers (1878-1957) was matroos bij de Bergse schipper Huib Ribbens. Bleef ongehuwd.

 

II d. Philippus Aloijsius Johannes Geers (1880-1954) huwde 1e Elisabeth Catharina Francina Hamann, dr.v. sergeant-majoor Frantz Peter Johann Hamann en Anna Catharina van Reeth. Huwde 2e Amsterdam 1917 met Jacoba Cornelia Rijnders, geb. 1874, overl. 1941, dr. van Hendrikus Rijnders en Elena Johanna Engelhard. Philippus voer op de sleep- melassetanker Irma van de Spiritusfabriek. In juni 1907 kwam hij met zijn collega C. Oosterwaal van melassetanker Jacoba op het Enkhuizerzand omhoog te zitten. Een aantal botters die te hulp kwamen zagen geen kans iets van de vloeibare lading over te nemen.[9] Ze waren onderweg van de suikerfabriek te Vierverlaten naar Bergen op Zoom. Van 1917-38 is hij steenkolenhandelaar.[10]

[1] PB 1871/73

[2] Zie BACKX sub II.

[3] PB 1890/92

[4] BR 1900/20

[5] Zie TOUW 1 sub V a.

[6] IVR 1926,35

[7] GK 1920-38

[8] GK 1920-38

[9] Weekblad Schuttevaer, 8 juni 1907.

[10] GK 1920/38

 

 

GEERVLIET                                                                                  

HERVORMD

 

I. Dirk Geervliet (Katwijk 1848-Delfshaven 1921) zoon van Jan Geervliet en Johanna Schaap, hij huwde 1870 met Dana Anna Schot (1851-Rotterdam 1937) dr.v. schipper Reinier Schot[1] en Agatha Geertruida van Dort. Dirk liet zich op 28 juni 1873 inschrijven in Bergen op Zoom. Adres: Haven C 76. Rijnvaartpatent 12-09-1873 te Dordrecht.[2] Hij had omstreeks 1890/92 een in 1880 te Martenshoek gebouwde houten tjalk van rond de 100 ton.[3] Het schip heette: Dana Anna en voer van Bergen op Zoom. Hij laat in 1895 bij Bodewes te Martenshoek de Onderneming bouwen, een flinke tweemastklipper van 303 ton. Dit schip is nog actief in de chartervaart als driemast-klipper Grootvorst. In 1906 komt er een nieuwe Dana Anna in de vaart. Een sleepschip van 917 ton. Ook dit schip werd in Martenshoek gebouwd. De thuishaven is ditmaal Halsteren, rond 1914 was Willem Geervliet de schipper. Uit het huwelijk Geervliet-Schot 10 kinderen. Dochter Johanna Agatha (1871-….) huwde met schipper Johannes Martinus Touw[4] en dochter Cornelia (Katwijk 1875-….) huwde schipper Antonius Mattheus Touw[5], broer van bovenstaande Johannes. Zoon Reinier volgt II a, zoon Willem volgt II b en zoon Johannes Adrianus volgt II c.

 

II a. Reinier Geervliet (Tiel 1878-Kruiningen 1978) huwde Kruiningen 1912 met Maria Feijtel (Kruiningen 1891-Kruiningen 1972) dr.v. Pieter Feijtel en Bastiana Schrier. Voer rond 1908 met de klipper Onderneming, het schip van zijn vader.

 

II b. Willem Geervliet (1884-….) huwde Papendrecht 1916 met Jannetje van Vijven (Papendrecht 1896-Rotterdam 1940) dr.v. Jacobus van Vijven en Leentje van Wijngaarden. Willem voer onder andere op de in 1924 te Waspik gebouwde           kempenaar Onderneming en liet in 1928 in Hendrik Ido Ambacht bij de werf Jonker & Stans de dortmunder Jata bouwen. De Jata had 1935 en 1956 Halsteren als thuishaven.[6] Willem bezat ook een in 1941 gebouwde motorsleepboot genaamd Hoop. Uit hen: 1. Dirk Rotterdam 1917-Utrecht 1941), 2. Jacobus (Delfzijl 1918), 3. Dina Anna (Kruiningen 1920) en 4. Willem Jr. (Rotterdam 1923) voer later op de Jata.

 

II c. Johannes Adrianus Geervliet, (1890-Kruiningen 1965) huwde Kruiningen 1920 met zijn nicht Akke Agatha Schot (1889-Kruiningen 1964) dr. van schipper Huibrecht J. Schot[7] en Grietje de Groot. Zij voeren vanaf 1920 op de kempenaar Morgenster. Dit in 1912 door Boot te Gouwsluis gebouwde schip stond in 1935 nog op naam van de Wwe. D. Geervliet te Rotterdam.

[1] Zie SCHOT 2 sub II.

[2] RD

[3] PB 1890/92

[4] Zie TOUW 2 sub IV a.

[5] Zie TOUW 2 sub IV d.

 

GIELBERT                                                                                      

HERVORMD

 

De eerste Gielbert die zich vanuit Katwijk via Steenbergen in Bergen op Zoom vestigde is:

 

I. Willem Gielbert (Katwijk 1804-1876) winkelier, koopman, zoon van Jacobus Gielbert en de visverkoopster Maartje den Houter. Willem trouwde 1831 met Aagje den Dulk (Scheveningen 1808-1871) dochter van Job den Dulk en Philippina Vrolijk, visverkoopster te Scheveningen. In 1845 eigenaar van De Koorenbloem waarmee hij in de zogenoemde Brede Beurt vaart.[1] J.Meijnsbergen vaart bij hem als knecht. Twee zoons volgen in het schippersvak. Zoon Jacobus volgt II a en Marinus volgt II b.

 

II a. Jacobus Gielbert (1832-1863) is in 1860/80 schipper[2], hij huwde 1861 met de Bergse schippersdochter Elisabeth van Dort (1833-Utrecht 1904) dochter van Adam Johannes van Dort[3] en Johanna Sophia Antonisse. Jacobus meldde zich in 1861 aan als lid van de begrafenissociëteit. Elisabeth vertrekt 1871 naar Breda. Uit het huwelijk een dochter: Agatha Paulina (1861-….).

 

II b. Marinus Gielbert (1841-1894) is rond 1871/73 eigenaar van een houten tjalk van 57 ton De Vrouw Adriana.[4] Hij trouwde 1869 met Adriana Segboer [Geref.] (Fijnaart 1845-….) dr.v. Geertje Segboer en werd in 1870 lid van de begrafe-nissociëteit. Adriana vertrekt als weduwe 1909 met twee dochters naar Maassluis. Zoon Willem volgt III.

 

III. Willem [Wild Paard] Gielbert (1875-Rotterdam 1959) trouwde 1898 met Lucia Margaretha van Dort (Goes 1872-Rotterdam 1942) dochter van Cornelis Johannes van Dort[5] en Gesina Lutmers. Willem heeft een aantal schepen in zijn bezit gehad: 1. Die Yacht von Ruhrort gebouwd te Dorsten 1872, een houten schip van 324 ton. Omstreeks 1898 overgenomen van J.van Deelen uit Nijmegen. Hij verkocht dit schip en kocht daarna de Buiten Verwachting (ex Vrouw Dirkje), gebouwd Leiderdorp 1898, staal en 370 ton. Willem verkocht dit schip in 1911 aan J.G.Schot. Hij liet hierna de Buiten Verwachting II bouwen, een kempenaar gebouwd Hansweert 1911, staal en 567 ton groot. De eerste reis was met ijzererts naar Rheinhausen. Passeerde 3 jan. 1912 Emmerik richting Duitsland. Domicilie was toen Klundert. De zaken gingen goed en hij kocht er een schip bij dat hij door zetschippers liet bevaren. De stevenaak Vios (ex Wilhel-mina, ex Rees) 254 ton groot, was in 1878 te Charlois bij werf Rijkée gebouwd. In 1926 was de Bergse schipper J.G.Schot er schipper op. Er kwam nog een derde schip bij. Opnieuw een oud schip, de Gejo (ex Johanna Sophia) een stevenaak, van 318 ton, gebouwd in Duisburg 1878 bij werf Benninghaus. Willem Gielbert had dit schip over-genomen van J.G.Schot. Uit het huwelijk Gielbert-van Dort zeven kinderen. Dochter Gesina Johanna (1903-….) erfde de Gejo van haar vader. Als ongehuwde particuliere heeft zij met dit schip gevaren. Zoon Marinus volgt IV.

 

IV. Marinus Gielbert (1905-….) in 1938 sleepbootkapitein, trouwde Rotterdam 1938 met Maria Andriesse (Duisburg 1916- 1981). Marinus Gielbert heeft samen met zijn neef J.G.Schot [6] een tagrijn gedreven in Rotterdam.

[1] SVS 1845

[2] BR 1860/80

[3] Zie VAN DORT 2 sub II b.

[4] PB 1871/73

[5] Zie VAN DORT 1 sub III c.

[6] Zie SCHOT 3 sub IV g.

 

HAGENAARS-CRUSIO                                                                      

KATHOLIEK

 

Walterus Hagenaars (1875-....) zoon van hovenier Thomas Hagenaars en Johanna Maria Crusio huwde te Rotterdam 1900 met Adriana van Schijndel (1875-1955) dochter van schipper Joannes van Schijndel en Catharina van Nispen.[1] De moeder van Walterus is winkelierster en laat in 1900 op de werf van Johan Berg te Sappemeer voor haar zoon een schip bouwen.[2] De Ruit Hora is een tweemastklipper van 260 ton. In 1905 gaat ze failliet en het schip moet worden verkocht.[3] De verkopers zijn de werf-eigenaar Berg en twee Groningse houthandelaren. De koper, zeilmaker L.C. Ribbens, moet gedogen dat het schip is verhuurd. De weduwe Adriana Peeters-van Eekeren eigenaresse van een stoomcaroussel heeft het schip gehuurd om haar kermisattractie te vervoeren.

Walterus Hagenaars is later zetschipper op de Deliana Maria een schip van 800 ton van drie Bergse investeerders.[4] C. Asselbergs, C. Vrins en W.T. Smout handelen onder de naam N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het schip Deliana Maria te Bergen op Zoom.

 

[1] Zie VAN SCHIJNDEL II b

[2] SMD 31 mei 1900

[3] Notaris W.J. van Gruting, NA BoZ arch,nr, boz-0050, inv.nr. 1430, 20 sep. 1905.

[4] RSR 1914.

 

VERVOLG KLIK FAMILIENAMEN K - P

1 TERUG NAAR FAMILIENAMEN C - D