HOEK, DE JAGER EN KROON

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

 

HOEK                                                                                                       

HERV.

 

De familie Hoek ontbreekt in de registers van het schippersgilde. In de periode 1698-1733 komen twee leden van de familie Hoek wel voor in het vissersgilde.

 

I. Cornelis Hoek (1763-1840) zoon van Antoni Hoek en Tanna Wittermans huwde 1787 met Johanna Elisabeth Scheffelaar (1766-1848) dochter van Pieter Scheffelaar en Tanna Janssen (Wittermans?).

Cornelis is van 1800 tot 1829 beurtschipper op Middelburg. Hij is 1812/13 eigenaar van een poon van 27 ton, de № 20.[1] In 1824 eigenaar paviljoenschuit en beurtman van Middelburg op Bergen.[2] Cornelis en Johanna krijgen vijf kinderen. Twee dochters Antoinette (1793-….) en Hendrika (1799-….) trouwen met twee broers Johannes en Pieter Touw, beiden schipper en zoons van Daniel Danielsen Touw en Willemina Overbroek.[3] Zoon Willem volgt II a en Johannes volgt II b.

 

II a. Willem Hoek, (1796-1866) is vanaf 1814 schipper.

In 1824 eigenaar van een schouw waarmee in de zogenoemde Brede Beurt voer.[4] Hij volgt in 1829 zijn vader op als beurtschipper op Middelburg. Hij trouwde 1814 met Goela Pieternella Filippus (….- 1858), dochter van Pieter Filippus en Anne Wilhelmina van den Berg. Zij woonden 1830 Noordzijde Haven 30.[5] In 1845 is Willem eigenaar van een schip dat Niet zonder Gods zegen heet.[6] Hij is dan beurtman op Middelburg en zijn zoons Pieter en Jacobus varen bij hem als knecht. Patentbelasting 1850 ƒ 41.68.-   Uit het huwelijk Hoek-Filippus 12 kinderen. Drie zoons volgen in het schippersvak. Pieter Willem volgt IIIa, Jacobus volgt IIIb en Willem volgt IIIc.

 

III a. Pieter Willem Hoek (1822-Middelburg 1892) trouwde 1850 met Nicolasina Maria de Jager (1815-Middelburg 1907) dochter van broodbakker Wilhelmus de Jager en Anna Maria Augustijn.

Pieter is in 1871/73 eigenaar van de Ebenhaezer een paviljoen van 18 ton.[7] In 1871/72 binnenlands koopman.[8] Vermoedelijk is hij een zogenaamde eigenhandelschipper. Het gezin woonde 1860/80 NZ Haven 9.[9] Zij vertrekken 1874 naar Middelburg

 

III b. Jacobus Hoek (1823-1885) trouwde 1846 met Johanna Wilhelmina Touw (1821-Rotterdam 1909) dochter van de voerman Wilhelmus Touw de Jonge[10] en Sophia Wilhelmina Spannenberg. Uit het huwelijk Hoek-Touw zes kinderen. Die verlaten Bergen op Zoom in de zeventiger jaren van de 19e eeuw.

Jacobus is schippersknecht. Alleen in 1850/60 wordt hij schipper genoemd. Onbekend is op welk schip.[11] Adressen: 1850/60 Zuidzijde Haven 57.[12] Verhuizen naar Oud- en Nieuw Gastel maar komen 1867 terug. Adres 1860/80 Zuidzijde Haven 102.[13] In 1880/00 Smakkestraatje 108 doorgehaald en veranderd in Rijkebuurtstraat 23.[14a]

 

III c. Willem Hoek (1833-….) trouwde Middelburg 1858 met Elisabeth Maria Witjen [ook Wetjen] (Middelburg 1835-….) dr.v. Gerrit Johannes Wetjen en Pieternella Johanna van Daalen.

Ook Willem is schippersknecht. Werd op 22-jarige leeftijd veroordeelt tot drie dagen gevangenisstraf wegens laster. [14b] Adres 1860/80 Noordzijde haven 31.[15]

 

II b. Johannes (ook Jan Kornelis) Hoek (1803-….) trouwde 1825 met Johanna Catharina van den Boom (ca. 1805-1857) dochter van de hovenier Waltherus van den Boom en Dijmpna Antonisse.

In 1840 schipper. Hij wordt afwisselend schipper en schippersknecht genoemd. Geen schip bekend. Johannes vertrekt 1859 als weduwnaar met twee dochters naar Antwerpen. Zijn adressen in Bergen zijn in 1830 Rijkebuurtstraat 7[16], 1840 Noordzijde Haven 33[17], 1850/60 Zuidzijde Haven 60.[18]

[1] IU 1812/13

[2] SSS 1824

[3] Zie TOUW 1 sub II c en sub II d.

[4] SSS 1824

[5] VT 1830

[6] SVS 1845

[7] PB 1871/73

[8] PB 1871/72

[9] BR 1860/80

[10] Hij is een zoon van Willem Touw en Johanna Broodhagen, zie TOUW 3

[11] BR 1850/60

[12] BR 1850/60

[13] BR 1860/80

[14a] BR 1880/00

[14b] www.bhic.nl  gevangenisregisters

[15] BR 1860/80

[16] VT 1830

[17] VT 1840

[18] BR 1850/60

 

DE JAGER                                                                                                     

HERV.

 

De familie de Jager is een oude Berge familie. Zes leden van deze familie vervullen functies in het schippersgilde in de periode 1644-1797. In de eerste helft van de achttiende eeuw krijgen Evert de Jager en Anna Maria Baggers twee zoons.

1. Anthoni volgt DE JAGER 1 en Marinus volgt DE JAGER 2

 

DE JAGER 1                                                                                                  

HERV.

 

I. Anthonie de Jager (1726-....) zoon van Evert de Jager en Anna Maria Baggers, huwde 1759 met Paulina van den Berg(h)  (circa 1731-1795) Uit hen o.a.:

1. Evert de Jager, volgt II a en 2. Laurens de Jager volgt II b.

 

II a. Evert de Jager (1760-1827) huwde Adriana Augustijn (circa 1761-1815) dr. van Marijnis Augustijn en Sara Levina van Fernij. Uit hen o.a,:

 

III a. Marinus (ook Marijn) de Jager (1794-1879) huwde in 1827 met Jo(h)anna Wilhelmina Martens (ook Mertens) (1796-1875) [RK] dr. van schipper Guilielmus Martens en Joanna Simons.

In 1845 eigenaar van De Dankbaarheid. [1]Hij volgde zijn schoonvader op als beurtschipper op Antwerpen. Zijn knechts zijn J. van Lind en E. van der Kuijl. In 1851 werd hij aangehouden bij Bath omdat hij vier vaten vervoerde waarin volgens hem chemicaliën zaten die vrij waren van accijns. Het spul werd onderzocht en het bleek om een soort “Eau de Carmes’ te gaan, dat voor 63 % uit alcohol bestond. Dat werd gebruikt als geneesmiddel, zowel in- als uitwendig.[2]

 

II b. Laurens de Jager (1771-1853) huwde 1792 met Geertruida van der Kuijl (1772-1858) dr. van Engel van der Kuijl en Barbara Hoogerheijden.

Laurens is VT 1812 schipper en woont dan D 141 section 4. In 1825 winkelier. Hij was al lid van de begrafenissociëteit voor 1820. Patentbelasting 1850 ƒ 1.92.-   Laurens betaalde in het jaar 1809 verschillende patentbelastingen. Namelijk voor winkelier, voor tapper en voor 'kaaywerker' d.w.z. havenarbeider. Van zijn zes kinderen volgt zoon Antonie III b.

 

III b. Antonie de Jager ( 1792-1870) schipper. Hij huwde 1825 met Cornelia Augustijn (1799-1869) dochter van de potmaker Gerrit Augustijn en Kornelia Willekens.

Anthonie is rond 1812/13 eigenaar van een jacht van 12 ton de № 40.[3] In 1825 schippersknecht. Werd in 1827 lid van de begrafenissociëteit. In 1832 is hij schipper voor eigen rekening op Middelburg. Dan zijn er klachten over hem omdat hij ook  goederen voor anderen vervoert. Dat strookte niet met de beurtvaart-voorschriften. In 1845 is hij eigenaar van de Vrouw Cornelia en bediende de beurt op Middelburg.[4] Jan Wijt is dan zijn knecht. Patentbelasting 1850 ƒ 49.26.-   Beurtschipper in 1859.[5] Uit het huwelijk De Jager- Augustijn zes kinderen. Dochter Geertruida (1828-….) huwde 1851 met de Bergse schipper Huibrecht Marinus van Dort.[6] Zoon Gerrit volgt IV a.

 

IV a. Gerrit de Jager (1827-….) huwde Middelburg 1856 met Anna Josina van den Abeele (Vlissingen ca 1834-….) dr.v. Willem van den Abeele en Pieternella de Jonge. Gerrit is 1860/80 beurtschipper op Middelburg.[6]

 

[1] SVS 1845

[2] Weekblad van het Regt, 01-05-1853

[3] IU 1812

[4] SVS 1845

[5] BS 1859

[6] Zie VAN DORT 2 sub II e.

[7] BR 1860/80

 

 

 

DE JAGER  2  

HERV.

I. Marinus de Jager (1739-1826) zoon van Evert de Jager en Anna Maria baggers, huwde Maria de Graag. Uit hen o.a.:

 

II. Laurens de Jager [1]  (1772-1854) zoon van Marinus de Jager en Maria de Graag, huwde 1809 met Sara Maas (Middelburg 1775-1845) dr. v. Jan Maas en Petronella de Munnik.

Hij is in 1812 schipper, in 1830 schippersknecht en in 1840 arbeider. [2] De adressen successievelijk 1812 D 150 sectio 4, 1830 Zuidzijde haven 45 en in 1840 Moeregrebstraat 71. Twee zoons volgen op als schipper. Johannes volgt III a en Marijnus volgt III b.

 

III a. (van II) Johannes de Jager (181§2-1890) trouwde 1841 met Helena Elisabeth van der Pluijm. (Dordrecht 1820-1897) dr. v. Leendert van der Pluijm en Marijke Dooren.

In 1847 nog schippersknecht. patentbelasting 1850 f. 41.67 Betaalde in 1854 f. 1 havengeld in Dordrecht voor de poonschuit Vrouw Elisabeth van 47 ton. In PB 1871/73 eigenar van de poonschuit Helena Elisabeth van 46 ton. [3] In 1860/80 beurtschipper. [4]  Adres Zuidzijde haven C 45. Uit hen vier kinderen. Zoon Laurens Marinus volgt IV a.

 

IV a. Laurens Marijnus de Jager (1847-….) schipper, huwde 1883 met Maria van der Malen (Nieuw Vossemeer 1853-1919) dr. van Marijn van der Malen en Jozina Moeliker.

Hij bezat de houten paviljoenschuit 'Vrouw Maria' 59 ton groot.[11]  Uit hen vijf kinderen. Zoon Johannes Marinus (1887) is schippersknecht BR 1900/20.[5] Zoon Laurens volgt V a.

 

V a. Laurens de Jager (1896-….)

hij was schippersknecht 1900-1920.[6] Bij de Bergse schippers: a. Huib Ribbens, b. Teeuw Touw en c. Willem Wakkee.

 

III b. (van II) Marijnus de Jager (1816-1907) huwde 1839 met Johanna Dorothea Wenninck[7] (ca. 1819-1871) dochter van tuinier Johannes Barnoldus Wenninck en Adriana van der Linden.

Marinus In 1840 schippersknecht.[8] 1854 beurtschipper en in 1880/00 schipper.[9] Adres dan Rijkebuurtstraat12. Uit dit huwelijk vijf kinderen. Alleen zoon Laurens Johannes volgt IV b.

 

IV b. Laurens Johannes de Jager (1839-Rotterdam 1917) huwde 1e 1865 met Tanna Hendrika Smout (1839-….) dochter van voerman Adrianus Smout en Wilhelmina Harten.

In 1860/80 schipper en woonachtig Bruinevischstraat 9b.[10] Tr. 2e Delfshaven 1882 met Trijntje Kooijman (Oost- en West Barendrecht (….-….), dr. van Lodewijk Kooijman en Sophia Maria Smith. Uit het huwelijk De Jager-Smout drie dochters.

 

[1] Zijn zuster Elisabeth huwde schipper Nicolaas Kroon. Zie KROON

[2] VT 1812, 30 en 40.

[3] PB 1871/73

[4] BR 1860/80

[5] BR 1900/20

[6] BR 1900/20

[7] Zie TOUW 1 sub III a voor haar zuster Anna Pieternella.

[8] VT 1840

[9] BR 1880/00

[10] BR 1860/80

[11] PB 1890/91 en 1891/92

 

 

KROON                                                                                                    HERV.

 

De familie Kroon is een oude Bergse schippersfamilie. In de periode 1688 tot 1794 hebben zes verschillende leden van deze familie functies in het schippersgilde. In 1794 is Laurens Kroon deken van het schippersgilde.

 

Laurens Kroon (1763-den Haag 1835) zoon van Adrianus Gerritse Kroon[1] en Dina de Geep huwde Maria Augustijn. Hij is in 1817 beurtschipper op Schiedam, Delft en Den Haag. Uit het huwelijk Kroon-Augustijn 4 kinderen.

 

Gerrit Kroon (1776-1861) , een broer van bovenstaande Laurens, huwde 1798 met Jacoba van Dalen (1768-1837) dr. v. zilversmid Zacharias van Dalen en Jacoba Sinsum.

In 1812 schipper en eigenaar van de Dina Adriana van 37 ton.[2] Zij woonden D 14 section 4. Uit dit huwelijk een dochter: Dina Adriana Kroon (1799-….)

 

Nicolaas Kroon (1773-1852), een volle neef van Laurens en Gerrit, was een zoon van Johannes (Jan) Gerritse Kroon[3] en Arnoldina Stuart (of Huart ?) hij huwde 1816 met Elisabeth de Jager (ca. 1780-1871) dr.v. schipper Marijnus de Jager[4] en Maria de Graag.

Nicolaas is in 1812/13 eigenaar van de Catharina Adriana.[5] In 1821 aangenomen als lid van de Begrafenis-sociëteit. In 1824 eigenaar van een paviljoenschuit en beurtschipper op Dordrecht.[6] In 1845 eigenaar van de Vrouw Elisabeth en beurtman op Dordrecht.[7] Jan de Jager en A. de Jager varen bij hem als knecht. Van 1830 tot 1849 beurtschipper op Dordrecht.[8] Adres 1830 en 1840 Zuidzijde Haven 46.[9] Geen kinderen bekend.

 

[1] In 1777 deken van het schippersgilde.

[2] VT 1812

[3] In 1780 deken van het schippersgilde.

[4] Zie DE JAGER 2 sub 1.

[5] IU 1812/13

[6] SSS 1824

[7] SVS 1845

[8] VT 1830

[9] VT 1830,40

 

 

VERVOLG KLIK.  VAN DER KUIJL EN MAAS

1 TERUG NAAR.  VAN NISPEN