W - Z

VAN DER WEE, WEIJT, DE WITTE, WITTERMANS, VAN WIJK &

VAN DER ZEE

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

VAN DER WEE                                                                               KATHOLIEK

 

Cornelis Arnoldus Gijsbertus Josephus (Kees) van der Wee (1884), zoon van Willem van der Wee, bakker en Theodora van Dongen, begint als schippersknecht bij C.J.Touw op de klipper Zuid-Nederland. Van der Wee trouwde in 1907 met Diena Petronella Schonk (overl. Dordrecht 1950) en koopt in 1907 van Jacob Vermeulen het klippertje Advendo dat hij omdoopt in Buiten Verwachting. Hij heeft geen geluk en gaat failliet. Het schip wordt op een openbare verkoping in 1909 door Jacob Vermeulen teruggekocht.[1] Daarna vaart hij voor Franse maatschappijen op de Rijn.

 

[1] WBA N.A. inv.nr. 1456, aktenr. 323, 01-10-1909 Notaris W.J. van Gruting.

WEIJT                                                                        LUTHERS  /  KATHOLIEK

 

De naam werd ook Wijt, Weyt en Weijdt gespeld.

 

I a. Johannes Weijt (1799-1847) zoon van Johannes Weyt en Maria Groenewald huwde 1823 met Catharina Johanna Proost (ca 1805-1856) [Kath.] dr.v. Joannes Proost en Cornelia Nijssen (ook Nyssen). In 1830 en 1840 schippersknecht.[1] Adres: 1830 Noordzijde Haven 48 (1 huisgezin en 5 inw.)[2] en in 1840 Havenstraat 80 (1 huisgezin en 7 inw.)[3] In 1872/73 eigenaar van De Vrouw Johanna, een tjalk van 67 ton.[4] Zij wonen dan aan boord. Uit het huwelijk Weijt-Proost 5 dochters. Dochter Elisabeth (1829-Roosendaal 1886) huwde schipper Boudewijn de Bakker.[5]

 

I b. Lambertus Engelbert Weijt (ook Wijt) (1804-1890) zoon van Johannes Weyt en Maria Groenewald huwde 1831 met Cornelia Proost (1807-1885) [Kath.] dr.v. Joannes Proost en Cornelia Nijssen (ook Nyssen). In 1840 en 1860/80 schippers-knecht.[6] Adres: 1860/80 Dubbelstraat 107.[7] Uit het huwelijk Weijt-Proost 2 zoons en 2 dochters bekend. Dochter Cornelia Maria Wijt huwde 1864 schipper Hermanus Johannes Veraart (1836-….)[8] Zoon Johannes Josephus volgt II a en zoon Cornelis volgt II b.

 

II a. Johannes Josephus Weijt [Kath.] (1836-1912) huwde 1863 met Maria Catharina van Nispen (1837-1897) dr.v. Johannes van Nispen[9] en Johanna Maria Wellens. In 1860/80 schippersknecht en adres 18 Noordzijde Haven D 51 <doorgehaald Zuidzijde Haven C 78.[10] Uit het huwelijk Weijt-van Nispen 8 kinderen. Zoon Petrus Cornelis volgt III

 

III. Petrus Cornelis (Piet) [de Kiep] Weijt (1872-....) huwde Maria Ludovica Temmerman (Burght (B) ca 1870-Rotterdam 1940), dr. v. Leopoldus Temmerman en Joanna Theresia Linssen. Werd op twintigjarige leeftijd op 20 augustus 1892 veroordeeld tot een maand gevangenisstraf wegens mishandeling.[12] Hij voer op het in 1916 door Boot Leiderdorp gebouwde motorschip Margiena. Een schip van ongeveer 320 ton met een 70 pk Bronsmotor en eigendom van de NV Meelfabrieken der Nederlandschen Bakkerij te Rotterdam (Meneba). Het schip had ijzeren luiken en een hijstuig. Zoons van Piet waren ook werkzaam in de scheepvaart. Een voer met de spits Verdun en de ander was zetschipper op de Belgische spits  Mektoub (?) vermoedelijk van eigenaar Van Hoof uit Terdonk (B.)

 

II b. Cornelis Wijt (1848-1931) [Kath.] schippersknecht, schippersboot Z.Oesterput, huwde 1e Zierikzee 1872 Pieternella Schippers (Zierikzee 1840-….) [Herv.] dr.v. Abraham Schippers en Johanna Neerhoudt. Huwde 2e Zierikzee 1878 met Cornelia van den Berge (….-1902) [Herv.] dochter van Christiaan van den Berge en Pieternella Loene. In 1860/80 schippersknecht en adres: Zuidzijde Haven C 79. [11] Uit het 2e huwelijk 2 zoons en een dochter.

[1] VT 1830 en 1840

[2] VT 1830

[3] VT 1840

[4] PB 1872/73

[5] Zie DE BAKKER

[6] VT 1840 en BR 1860/80

[7] BR 1860/80

[8] Zie VERAART sub II a..

[9] Zie VAN NISPEN 2 sub II a.

[10] BR 1860/80

[11] BR 1860/80

[12] www.bhic.nl  zie gevangenisregisters

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

 

DE WITTE                                                                                     HERVORMD

 

I. Johannes de Witte (Stavenisse 1825-1886) zoon van Benjamin de Witte en Willemtje van Es huwde Burgh 1856 met Pieternella de Glopper (Haamstede 1826-Stavenisse 1865) dr.v. Job Adriaan de Glopper en Janna Hoogenboom. Pieternella was weduwe van Jan Verseput. Johannes is 1858/1860 beurtman van Burghsluis op Dordrecht met de poon De Dankbaarheid, 38 ton groot.[1] Omstreeks 1870 vestigde Johannes zich in Bergen op Zoom. In 1871/72 eigenaar De Vrouw Jannetje een staatsieschuit van 47 ton.[2] Met de aantekening dat het gezin aan boord woonde. In 1880/00 aan boord schip De Twee Gebroeders.[3] Uit het huwelijk de Witte-de Glopper 2 dochters en 1 zoon. Dochter Willemje (Burgh 1858-1947) huwde 1879 met schoenmaker Johannes Schot, zoon van Adrianus Schot en Wilhelmina Lucretia Borrie. Dochter Cathalina Wilhelmina (Burgh 1860-….) huwde 1880 Jacobus Wakkee (1855-….)[4] Zoon Benjamin volgt II.

 

II. Benjamin de Witte (Burgh 1861-Dordrecht 1938) huwde 1881 met Johanna Wilhelmina Maas (1861-Zwijndrecht 1932) dr.v. Johannes C. Maas[5] en Maria Schot. Rijnpatent 16.12.1892 tot Mannheim. In 1890/92 en 1892 en 1896 eigenaar van de Broedertrouw een in Dorsten (D) 1875 gebouwde houten aak van 137 ton.[6] In 1896 eigenaar van de Johanna Wilhelmina een schip van 232 ton, gebouwd te Waspik 1893.[7] Op 22 nov. 1900 is het met suiker geladen schip gezonken in de Oude Maas nabij Dordrecht.[8] Daarna heeft hij de klipper Johanna Wilhelmina van 251 ton, in 1902 in Geertruidenberg gebouwd. Dit schip was gebouwd voor de Wad- en Sontvaart. Roepletters: PGDT. In 1910 uit de Wad- en Sontvaart. Gezin vertrekt 1908 naar Dordrecht. In 1914 eigenaar van de Johanna Wilhelmina gebouwd werf De Hoop Gebr. Boot Leiderdorp 1904, maten 55.80 x 7.67 x 2.19 m. en 634 ton groot.[9] Zij wonen aan boord. Uit het             huwelijk de Witte-Maas 10 kinderen. Zoon Johannes volgt III.

 

III. Johannes de Witte (1883-….) huwde Dordrecht 1904 Cornelia Muller[10](Middelharnis 1881-Amsterdam 1935) dr.v. schipper Adrianus Muller en Elisabeth Rooy. Johannes voer vanaf 1904 op de Cornelia (ex Johanna Wilhelmina) de klipper van zijn vader. In het zelfde jaar haalt hij het diploma stuurman voor de Grote Zeilvaart, dat is tevens het bewijs van bekwaamheid als schipper op de Grote Zeilvaart. Zij schrijven zich in 1908 uit naar Dordrecht, gezin komt in 1922 vanuit Dordrecht naar Halsteren en gaan in 1923 naar Asten. Johannes laat in 1927 bij scheepswerf Boot te Alphen a/d Rijn de motorspits Cornelia bouwen, ook dit schip voer van Asten. Hij hertrouwde met een Belgische vrouw en begon een café op het Van Schoonbekeplein in Antwerpen. [CAFE JOHs DE WITTE] Uit het 1e huwelijk 1 dochter en drie zoons. Benjamin Johannes (Dordrecht 1911) en Elize Cornelis (Dordrecht 1914) volgen in het schippersvak.

 

In de eerste maanden van 1914 was Johannes de Witte met zijn tweemast zeeklipper onderweg naar Riga. Het journaal vermeld: een kalme zee, het zicht slecht, vlagen mist. Het Duitse keizerlijke jacht Hohenzollern was onderweg naar Kiel. Zij dook plotseling op voor de kop van de Cornelia. De Witte kon het schip niet meer ontwijken en kwam in aanvaring. Zij kwamen naast elkaar te liggen. De bemanning van de het jacht heeft het voorval afgekocht door scheepsmateriaal af te staan. Onder andere wisselde de scheepsbel van eigenaar.[11]

 

[1] www.dordtenazoeker.nl [Havengeld 1840-1892]

[2] PB 1871/72

[3] BR 1880/00

[4] Zie WAKKEE 2 sub III b.

[5] Zie MAAS sub III e.

[6] PB 1890/92 en RSR 1892 en 96

[7] IVR 1896

[8] Weekblad Schuttevaer 01-12-1900.

[9] IVR 1914

[10] Zie MAAS sub III c voor haar zuster Johanna Maria

[11] Bron: Johan de Witte

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

 

WITTERMANS                                                                          HERVORMD

 

Dit oude Bergse potmakersgeslacht heeft ook enkele schippers voortgebracht. Drie dochters van hier onderstaande Govert trouwden met een Bergse schipper. De oudste zoon volgde op als potmaker, terwijl zijn twee broers schippers werden.

 

I. Govert Wittermans (1780-1846) zoon van Johannes Wittermans en Anna Barentsen, potmaker, trouwde 1817 Wilhelmina Elisabeth van den Berg (1796-1859) dr.v. Daniel van den Berg en Johanna Touw. Uit hen: Dochter Johanna (1820) huwde beurtschipper Johannes van Nispen[1] (1817). Dochter Hendrika (1823-1870) trouwde Wilhelmus van Dort[2]. Dochter Dina Johanna (1838) huwde Cornelis de Haas[3] (1834). Zoon Daniël volgt II a. Zoon Govert volgt II b. Zoon Hendrik Paulus volgt II c.

 

II a. Daniël Wittermans (1824-1886) pottenbakker, fabrikant, huwde Sint-Philipsland 1861 Lena Jacomina Stols (Sint-Philipsland 1835-1888) dr. van Abraham Stols en Aaltje Mol. Uit hen: Daniël Leendert volgt III.

 

III. (van II a) Daniël Leendert Wittermans (1874-1949) slager in de Kremerstraat te Bergen op Zoom, trouwde Bussum 1910 Jeannette Sisselaar (Amsterdam 1877-1952) dr.v. Jan Peter Sisselaar en Johanna Windmeijer. Hij was van 1927 tot 1944 eigenaar van de sleepboot Marie (ex Deutz). Hij verkocht de sleepboot aan Nicolaas Cornelis de Haas.[4] Daniël was ook financieel betrokken bij de melassetanker Engelina van Johannes Hendrik de Haas.[5] Daniël Leendert was een volle neef van de vader van Nicolaas C. de Haas. Daniël was nooit schipper, er was alleen een zakelijk belang.

 

II b. Govert Wittermans (1831-1894) huwde 1863 met Cornelia Maria van der Salm (1840- Nijmegen 1918) dr.v. Nicolaas van der Salm en Maria Jozina Pilaar. Govert was in 1850/60 schippersknecht[6] en in 1860/80 schipper en winkelier.[7] Hij betaalde in 1858 te Dordrecht ƒ10.75.- voor zijn patentbelasting.[8] In 1880/00 koopman en schipper.[9] Vanaf 1863 tot 1888 beurtman op Middelburg. Adres: 1850/60[10] en in 1860/80 Dubbelstraat 73 <doorgehaald Zuidzijde Haven C 59.[11]  Adres:1880/00 Noordzijde Haven D 24.[12] Govert was in 1865 lid geworden van de Begrafenissociëteit. In 1871/73 eigenaar van de Cornelia Maria een staatsieschip van 50 ton.[13] Uit het huwelijk Wittermans-van der Salm 2 dochters bekend.

 

II c. Hendrik Paulus Wittermans (1843-1874) schipper 1869,1871, trouwde Zierikzee 1869 met Adriana Pijpeling (Zierikzee 1844-….) dr. van Adriaan Pijpeling en Adriaantje van den Berge. Hij betaalde te Dordrecht 27 maart 1868 ƒ 10.- voor zijn   Rijnpatent.[14] 1868 eigenaar van aakschip Het is niet anders van 184 ton. Uit hen bekend twee dochters.

[1] Zie VAN NISPEN 1 sub I.

[2] Zie VAN DORT 2 sub II d..

[3] Zie DE HAAS 2 sub III c.

[4] Zie DE HAAS 2 sub V g.

[5] Zie DE HAAS 2 sub IV f.

[6] BR 1850/60

[7] BR 1860/80

[8] www.dordtenazoeker.nl [Patenten 1849/1864]

[9] BR 1880/00

[10] BR 1850/60

[11] BR 1860/80

[12] BR 1880/00

[13] PB 1871/73

[14] RAD, Rijnvaartpatenten 1863-1875, 27-03-1868.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

 

VAN WIJK                                                                                    HERVORMD

 

De familie Van Wijk of Van Wijck kwam voor in wijklijsten van 1746. Geen vermeldingen in het schippers- of vissersgilde.

 

I. Hendrik Johannes van Wijk (1863-….) zoon van huisschilder Frans van Wijk en Antonetta Johanna Touw[1] huwde Klundert 1887 met Johanna Adriana van Dort (1864-1953[2]) dr.v. schipper Wilhelmus van Dort en Neeltje Schot.[3] In 1880/00 schipper. Adres: BR 1880/00 Stoomboot Anna[4] <doorgehaald aan boord eigen schip.[5] Werd in 1889 lid van de Begrafenis-sociëteit. In 1893/94 nog schipper op de Anna van Rübsaam.[6] In 1896 eigenaar Macte Animo een schip van 200 ton, gebouwd Papendrecht 1893.[7] Gezin vertrekt 1903 naar Klundert. In 1908 eigenaar van Macte Animo een sleepkast van 916 ton, gebouwd werf Zeeland van de Gebr. Ribbens en C. de Bakker te Hansweert 1906.[8] Uit het huwelijk van Wijk-van Dort 2 dochters en 2 zoons bekend.

[1] Frans van Wijk (1839-….) huwde 1863 met Antonetta Johanna Touw (1839-1865) dr.v. beurtschipper Daniel Touw en Anna Pieternella Wenninck.

[2] Plaats overlijden niet bekend, begraven NH begr.pl. IJsselmonde.

[3] Zie VAN DORT 1 sub III a.

[4] Van Jacob C. Rubsaam.

[5] BR 1880/00

[6] PB 1893/94

[7] IVR 1896

[8] IVR 1908

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

VAN DER ZEE

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

 

Gerrit en Huibrecht van der Zee, twee broers, hebben een bepaalde periode een connectie met Bergen op Zoom gehad.

Gerrit volgt III a en Huibrecht III b.

 

I. Jacob Gerrits van der Zee (Rotterdam 1821-….) schipper, huwde Sint-Philipsland 1852 met Pieternella Cornelia de Ruiter (Sint-Philipsland 1832-….) dr. van Hubrecht de Ruiter en Johanna van Nieuwenhuizen. Jacob betaalde te Dordrecht in 1864 en 1865 voor het Rijnvaartpatent voor het tjalkschip Pieternella Cornelia, groot 101 ton. Uit het huwelijk Van der Zee- De Ruiter o.a. twee zoons: 1. Huibrecht volgt II a en 2. Gerrit volgt II b.

 

II a. Huibrecht van der Zee, (Lemsterland 1857-1936) zoon, huwde 1e Wissekerke 1882 Catharina Geelhoed, dr. van Hendrik Geelhoed en Catharina de Box (ook Boks) Huwde 2e met IJke Keimpes de Jong (Oldeboorn 1861-1947) dr. van Keimpe Hessels de Jong en Geeske Jannes Winters. Huibrecht voer op de 130 ton grote tjalk Catharina. Daarna had hij de 158 ton grote klipper Catharina. Beide schepen domicilie Sint-Philipsland. Uit het 2e huwelijk:

 

III a. Gerrit van der Zee (Sint-Philipsland 1897), schipper te Bergen op Zoom, huwde Wissekerke 1924 met Jacoba Buijze (Wissekerke 1896) dr. van Jan Josias Buijze en Maria Abrahamse. Samen met zijn broer Huibrecht eigenaar van de klipper Catharina, het schip van hun vader. Hij voer later met het in 1927 gebouwde motorschip Yma, 181 ton groot.

 

III b. Huibrecht van der Zee (Zwartsluis circa 1903) schipper te Bergen op Zoom, later te Rotterdam, huwde 1926 met Jacoba Tukker (Haarlemmermeer circa 1903) dr.van Reinder Tukker en Limke Wessel van der Kooy. Samen met zijn broer Gerrit eigenaar van de klipper Catharina. Zie hierboven. Hij voer vanaf 1926 met de motorklipper Catharina II  (ex Disponibel).

 

II b. Gerrit van der Zee (Rotterdam 1855- Groningen 1930) zoon van Jacob Gerrits van der Zee en Pieternella Cornelia de Ruiter, huwde Schoterland 1875 met Rinskje de Jong (Rohel circa 1858) dr. van Minne Jans de Jong en Trijntje Harmens Groen. Hij betaalde 1890/91 Patentbelasting voor de houten praam Petronella Cornelia, een schip van 100 ton. Er stond bij dat hij niet in een vaste beurt voer.

Uit het huwelijk Van der Zee-de Jong o.a.:

Pieternella Cornelia van der Zee (Rohel 1880-Duisburg 1929) huwde Rotterdam 1906 met schipper Mattheus Cornelis Johannes Touw (1877-Alblasserdam 1965) [1]

 

[1] Zie voor hem TOUW 2, sub  IV f

 

 

VERVOLG KLIK  SCHEPENLIJST

1 TERUG NAAR  FAMILIENAMEN T - V