SCHIPPERS IN HET NIEUWS

 

Waren de binnenschippers anders dan de rest van de Nederlandse bevolking? Laat ik om te beginnen stellen dat schippers niets menselijks vreemd was. Alle hebbelijk- en onhebbelijkheden waren in ruime mate aanwezig. Voor de buitenwereld leken misschien alle binnenschippers in hun voorkomen en gedrag op elkaar. De schipperswereld in Nederland bestond echter uit veel sterk verschillende schipperswerelden die onderling niet of nauwelijks met elkaar omgingen. Ze waren gescheiden door geloof en soms door vaargebied.

 

Hoe kwamen de schippers in het nieuws? Op dezelfde manier waarop alles en iedereen in het nieuws komt. Pas als de zaken niet goed gaan. Wanneer je de negentiende-eeuwse kranten opslaat lees je regelmatig over aanvaringen, ongelukken, smokkel, diefstal uit de lading, verdrinkingen, dronkenschap en daarmee samenhangende vechtpartijen. Overal zonken schepen of kwamen zwaar gehavend een haven binnen. Daar waren de vroegere generaties goed in. Het is onbegrijpelijk dat zij zoveel risico durfden te nemen, terwijl toch hun vrouw en kinderen aan boord waren. Vergeet niet dat zij in die tijd bij de oversteek van de Zuiderzee of bij de passage van de Zeeuwse wateren afhankelijk waren van het weer en het getij. Als die beide tegenzaten had je de poppen aan het dansen. Er waren wel weerberichten, maar wie had de laatste krant? Radio was er nog niet. De barometer en de stormbal op het havenhoofd waren de enige hulpmiddelen. Ervaring was wat telde. Natuurlijk kwamen Bergse schippers ook wel eens op een positieve manier in het nieuws.

 

EEN REDDINGSAKTIE 

Een met ongebluste kalk geladen ijkerschip dreigde tijdens een storm op 19 maart 1815 voor de stad te vergaan. Acht inwoners van Bergen op Zoom hebben met gevaar voor eigen leven het lekke schip en de bemanning veilig binnengebracht. Hoofdbestuurders van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen hebben op voordracht van het Bergse departement deze acht man tijdens een feestavond op 16 juli 1816 elk een zilveren medaille en een vererend getuigschrift toegekend. De acht Bergenaren waren: Adriaan Luchthart, Christiaan van Nispen, Andries Hogerheiden, Adriaan Hogerheiden, Johannes Touw, Roeland van Nispen, Cornelis Pikaar en Engel de Jager.[1]

[1] Nederlandsche Staatscourant, 26 september 1816.

 

VERVOLG KLIK  SCHIPPER ALS BUITENSTAANDER

Maak jouw eigen website met JouwWeb