TOUW   2

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

 

 

I . Johannes (Jan) Jansz Touw (1756-1807) zoon van weervisser Johannes Jacobusse Touw en Dina van der Heijden, huwde 1784 met Anna (Antje) Schot (1761-1807) dr.v. Reinier Schot[1] en Maria Elisabeth Hoogmoet.

Zijn vader verkocht in 1778 de weervisserij aan zijn oudere broer Kristoffel. Zijn jongere broer Willem werd voerman. Johannes zelf was in 1785 zetschipper voor Jan Bours. Vanaf 1788 is hij vrijschipper, in dat jaar kocht hij te Antwerpen De Jonge Arnout van de Bergse schipper Lauwerijs van Tongeren. In 1792 is hij gezworene van het schippersgilde en in 1796 beurtschipper op Amsterdam en vice-versa. Vanaf 1788 tot aan zijn overlijden heeft Johannes gevaren op De Jonge Arnout, een paviljoenpoon. Tijdens een vechtpartij met Patriotten in De Meersche Tuin raakt Prinsgezinde Jan een oog kwijt. Vier dagen nadat zijn vrouw kwam te overlijden sloot ook Jan Touw zijn ogen. Uit de boedelinventaris kon worden opgemaakt dat zij aan boord woonden. ZieScheepsinventaris uit 1807   Uit het huwelijk Touw-Schot 3 zoons en 2 dochters. In 1807 zijn alleen dochter Maria Elisabeth en zoon Jan nog in leven. Zoon Jan volgt IIa.

 

II a. (van I ) Johannes (Jan) Touw (1789-1859) huwde Willemstad 1824 met Aagje (Agatha) de Ruiter (ook de Ruijter) (Willemstad 1805-1893) dr.v. Bastiaan de Ruiter en Josyna Kooyman.

In 1812 was hij schippersknecht en woonde bij zijn voogd, zijn oom Pieter Schot.[2] In 1830 schipper en in 1831 eigenaar van een schuit.[3] In 1833 beurtschipper op Gouda en vice-versa. Adres 1830 Zuidzijde Haven 35 Wijk C.[4] Rond 1831 is Johs. Touw jr. eigenaar van een schuit van 38 ton.[5] Johannes werd in 1835 lid van de Begrafenissociëteit. Jan Touw betaalde in de periode 1juni – 18 juli 1841 havengeld te Dordrecht.[6] In 1845 eigenaar van de Twee Gebroeders[7] en vaart in de zogenaamde Brede Beurt.[8] Als knecht is dan zijn schoonzoon C.Schot aan boord. In 1840 was  Aagje winkelierster en in 1863 wordt zij schipperes genoemd.[9] Zij vaart met haar zoons en dochter. In 1860/80 woonde het gezin aan de NZ Haven D 19 tegenwoordig nr. 38.[10] Huisnaam is De Grote Smakke.  In 1871/72 winkelierster.[11] Gezin uitgeschreven naar Rotterdam op 20 nov. 1879. Zij wonen aan boord. In Rotterdam hebben zij een postadres bij caféhouder-bevrachter Baars in de Keizerstraat. Uit het huwelijk Touw-de Ruiter 7 kinderen. Vijf zoons en twee dochters. Dochter Elisabeth Johanna (1827-1871) huwde 1845 haar achterneef schippersknecht Cornelis Schot (1810-1889)[12]Zoon Johannes Bastiaan volgt III a, Cornelis Johannes volgt IIIb, Bastianus Wilhelmus volgt III c en Willem volgt III d.

 

III a, b en d. (van II a) Johannes Bastiaan (Jan)Touw (1830- Amsterdam1887) bleef ongehuwd en voer samen met zijn broers Kees, Bas en Willem op De Vier Gebroeders een tjalk van 65 ton.

Jan was toen hij voor militaire dienst werd gekeurd 156,5 cm lang en daarmee onder de maat. Daarbij was hij doof en blind aan zijn linkeroog. Hij was 1862 lid geworden van de Begrafenissociëteit en benoemde zijn zuster Francina Agatha als lid. Hij betaalde 5 juni 1856 voor De Vier Gebroeders 56 cent havengeld te Dordrecht. [13] Jongste broer Willem Touw (1843-Willebroek 1862) was na een kort ziekbed in Willebroek (B) op 18-jarige leeftijd overleden. Na het huwelijk van broer Bastiaan Willem in 1868 krijgen de broers Jan en Cornelis Johannes (Kees) [Kees Brul[14]] Touw (1832-1914) een nieuw schip: de Broedertrouw. (Kees Touw was trouwens maar een paar centimeter langer dan zijn oudste broer. Hij was 1,59 cm lang.) Het 100 ton grote schip was in 1875 te Muiden gebouwd. Na het overlijden van Jan in 1887, het schip lag toen in het Oosterdok te Amsterdam, werd Kees de schipper. Hij voer toen samen met zijn zuster Francina Agatha (1829-1888) en zijn oude moeder die in 1893 in het achteronder van de Broedertrouw is overleden.[15] Nog in 1898 staat Kees als eigenaar geboekstaafd in het Rijnschepenregister. Op 1 jan. 1900 vestigde hij zich opnieuw in Bergen en woonde aan de Zuidzijde Haven C 131 < doorgehaald en veranderd in 85a. Hij leefde samen met Aaltje Buninga[16], voor de buitenwereld zijn huishoudster. In haar testament legateerde zij aan Cornelis Johannes Touw het vruchtgebruik zijn leven lang van drie huizen en erven ter plaatse genaamd "Raaiburg". Zij benoemde haar zuster Anna Buninga, weduwe van Jan van der Heijden als enige erfgename. 17 mrt. 1914 werd Kees naar het St. Antonius Gesticht gebracht waar hij 12 dagen later op 29 mrt. 1914 kwam te overlijden. Per testament had hij zijn nicht Cornelia Schot en zijn neef Cornelis Johannes Touw tot erfgenaam benoemd.

 

[1] Zie SCHOT

[2] VT 1812

[3] BSA 1831

[4] VT 1830

[5] BST 1831

[6] www.dordtenazoeker.nl [Havengeld 1840-1892]

[7] Jan Touw had een broer Rijnier die in 1791 was geboren en voor 1807 moet zijn overleden. Plaats en datum van overlijden niet gevonden.

[8] SVS1845

[9] VT 1840

[10] BR 1860/80

[11] PB 1871/72

[12] Zie SCHOT 1 sub II c.

[13]www.dordtenazoeker.nl [Havengeld 1840-1892]

[14] Hij sprak nogal huilerig.

[15] Zij stonden geregistreerd als woonachtig in Rotterdam.

[16] Zij was geboren te Muiden 14 mrt. 1846 en op 26 mei 1910 te B.o.Z. overleden.

 

III c. (van II a) Bastianus Wilhelmus [de Berserker][1] Touw (1841-Antwerpen 1906) huwde 1868 met Elisabeth Wilhelmina Hendrica (Betje) Pilaar (1840-1906) dr.v. deurwaarder Johannes Martinus [de Bloedhond] Pilaar en Elisabeth Wilhelmina van Dort.[2]

In 1869 was Bastiaan lid geworden van de Begrafenissociëteit. Op 19 juli 1882 kreeg hij te ’s-Gravenhage zijn Rijnpatent dat geldig was tot Keulen. Op 17 februari 1883 passeerde Touw Lobith met de Morgenster met bestemming Bergen op Zoom.[3] De Morgenster was een houten otter, gebouwd te Noeveren (B) in 1881, groot 128 ton. In 1898 verkoopt hij zijn otter aan Jac. Oppeneer uit Terneuzen. Daar voor in de plaats neemt Bastiaan op 24 mei 1898 de Elisabeth van 263 ton over voor 7000 gulden van Maria Hoogveld, weduwe van Hendrikus Boerboom uit Doornenburg. Op dezelfde dag leent hij 6100 gulden van de Bergse koopman Wilhelmus Carolus Asselbergs. Deze tweemastklipper was gebouwd in 1886 te Papendrecht werf van Duyvendijk. Dit schip was in 1980 nog steeds in de vaart, eigenaar was toen R.Faas uit Pan-Heel. De houten roef stond er nog op. Uit het huwelijk Touw-Pilaar werden 11 kinderen geboren. Betje woonde toen de kinderen klein waren aan de wal. Alle kinderen hebben de lagere school in Bergen op Zoom gevolgd. De oudste kinderen hebben zelfs de eerste beginselen van het Frans meegekregen. Dochter Agatha Elisabeth (1881-1939) trouwde met schipper en later caféhouder Johannes Barnoldus (Bart) Touw (1877-1912), een ver familielid.[4]   Dochter Elisabeth Wilhelmina Hendrica (1883-1948) trouwde met de onderwijzer Pieter van Keulen, hij gaf ondermeer les aan de zusters van Vrederust, de psychiatrische inrichting net buiten Bergen op Zoom. Jongste dochter Rosina Agatha (1887-1942) trouwde in 1910 met schipper Hubrecht Ribbens [5] (1887-1983). Het oudste zoontje is op heel jonge leeftijd overleden. Alle zeven zoons werden schipper. Johannes Martinus volgt IV a, Wilhelmus Johannes volgt IV b, Bastiaan Cornelis volgt IV c, Antonius Mattheus volgt IV d, Cornelis Johannes volgt IV e, Mattheus Cornelis Johannes volgt IV f en Willem Frederik Hendrik volgt IV g.

 

IV a. (van III c) Johannes Martinus (Jan) Touw (1868-Duisburg-Ruhrort 1934) huwde 1891 met Johanna Agatha Geervliet (1871-Poortugaal 1932) dr.v. schipper Dirk Geervliet[6] en Dana Anna Schot.

Jan is begonnen op de Eendragt een in Martenshoek werf Bodewes gebouwde houten tjalk van 152 ton. Een paar maanden na zijn huwelijk verkreeg hij te ’s-Gravenhage 18 maart 1891 zijn Rijnpatent dat geldig was tot Bazel. In 1898 krijgt hij de Tijdgeest een nieuwe tweemast-klipper van 270 ton. Gezin laat zich in 1905 overschrijven naar Halsteren. De zaken gaan goed en is hij in staat om op de werf van de Gebroeders Bodewes in 1908 een sleepschip van 960 ton te laten bouwen. Dit schip de Mutatio voer eerst van Halsteren en in 1924 van Heumen. In 1928 werd opnieuw te Martenshoek een nieuw sleepschip besteld. De Spes Mea was een sleepschip van 929 ton. Uit het huwelijk Touw-Geervliet drie zoons en 4 dochters. Dochter Dana Anna Touw (1896-Schiedam ca 1960) huwde Amsterdam 1917 met Willem Johannes Maas (1892-Rotterdam 1980) zoon van schipper Hendrikus Johannes Maas en Geertruida Machielse.[7] Dochter Johanna Agatha Touw (1897-Zwijndrecht 1983) huwde Utrecht 1939 met schipper Johannes Willemsen (Arnhem 1895-Arnhem ….) zoon van Gerrit Willemsen en ?. Dochter Agatha Touw (Emmerich (D) 1910- Dordrecht 1989) huwde Utrecht 1939 met schipper Willem Cornelis Adriaansen (Poppart (D) 1909- Zwijnrecht 1977) zoon van Cornelis Jacobus Adriaansen en Adriana Martina Muller. Zoon Dirk Bastiaan       volgt V a, Bastiaan Willem volgt V b en Johann Martin volgt V c.

 

V a. (van IV a) Dirk Bastiaan Touw (Burght (B)1893-Dordrecht 1976) huwde Rotterdam 1935 met Cornelia Verhagen (Ouddorp 1898-Dordrecht 1978) dr.v. schipper Jacobus Verhagen en Pieternella Buijs.

Dirk voer op de Spes Mea, het schip dat zijn vader in 1928 had laten bouwen. Vanaf 1954 werd het schip gesleept door een eigen sleepvlet Varia. De Spes Mea werd in 1964 verbouwd tot motorschip met tweemaal 120 pk DAF die gezamenlijk de Schottelnavigator aandreven. Uit hen 2 zoons, Hans en Dick Touw, die schipper werden.

 

V b. (van IV a) Bastianus Wilhelmus (Bas) Touw (Burcht (B) 1894-Palembang 1943.

Hij ligt begraven als Ls. Sld. (Loods-schipper Soldaat) op Nederlands ereveld Pandu te Bandung) was als militair naar Nederlands Indië gegaan en had later lichters varen op een Sumatraanse rivier. Hij kwam 1943 als militair-dwangarbeider bij de aanleg van de Pakan Baroe-spoorweg op Midden-Sumatra om het leven. Uit hem en de Chinese Tjen Tjhoet Moy (Muntok Bangka 1894-Palembang 1969) dr.v. Tjen Kim Liong en Tan Kim Nio, 3 zoons en 1 dochter. De zoons wonen in Indonesië, de dochter woonde in Rotterdam.

 

V c. (van IV a) Johann Martin (Jan) Touw (Neuss (D) 1902-….). Hij trouwde in Amsterdam 1928 met Antje (Ant) Klein (Amsterdam circa 1909-….) dochter van schipper Everardus Petrus Klein[8] en Klazina Smit.

Toen zijn vader in 1928 de Spes Mea liet bouwen bleef Jan op de Mutatio. Dat schip had zijn vader in 1908 laten bouwen. Omstreeks 1950 heeft hij een paar jaar een café gehad in het Witte Huis te Rotterdam. Dit café heette tot een paar jaar geleden Het Bolwerk en er hing nog steeds het sorteerkastje voor de schipperspost. Er lagen nog brieven uit de vijftiger jaren die nooit zijn afgehaald. Nu in 2011 heeft de hele begane grond van het Witte Huis een horecafunctie en is grondig verbouwd. Het sorteerkastje is verdwenen. Van 1956 tot 1964 bezat Jan ook nog een sleepboot: de Mutatio II. Dat was de En Avant III van Muller uit Dordrecht geweest. Jan heeft jarenlang op het Noordereiland gewoond en sleet zijn laatste jaren in zorgcentrum De Steenplaat met uitzicht op de Nieuwe Maas.

[1] Betekent zoveel als woesteling. In de Oudnoorse sagen is het de naam van met bovennatuurlijke krachten begaafde strijders. In alle havenkroegen van het negentiende-eeuwse Europa kende men het begrip berserker. In Engeland zegt men van iemand die door het lint is gegaan: “He went berserk”. De bijnaam berserker hoorde ik in 1979 van mijn oudoom Huib Ribbens. Aanvankelijk verstond ik ‘bierzeiker’, maar hij verbeterde me en zei duidelijk ‘berzeiker’. Pas veel later heb ik ontdekt wat het betekende.

[2] Dochter van Willem van Dort en Elisabeth Augustijn, zie VAN DORT 1 sub I..

[3] Algemeen Handelsblad, 18-02-1883

[4] Zie TOUW 1 sub V c.

[5] Zie RIBBENS

[6] Zie GEERVLIET sub I.

[7] Zie MAAS sub IV b.

[8] In 1931 directeur van een elevatormaatschappij.

 

IV b. (van III c) Wilhelmus Johannes (Willem) Touw (1869-1945) huwde Colijnsplaat 1902 met Magritha Barendina Koole (Colijnsplaat 1871-1946) dr.v Marinus Cornelis Koole en Wilhelmina Douw. Zij was weduwe van Bastiaan Cornelis Touw (1871-Colijnsplaat 1900) de broer van Willem.

Het Rijnpatent van Willem Touw afgegeven te ’s-Gravenhage 25 nov. 1899 was geldig tot Mannheim. Willem voer tot zijn huwelijk in 1902 als schippersknecht en was een geziene gast in de Antwerpse kroegen. Toen zijn drie jaar jongere broer in het jaar 1900 op 29-jarige leeftijd plotseling door een ziekte kwam te overlijden werd hij schipper bij de weduwe van zijn broer. Het kwam in 1902 tot een huwelijk met zijn schoonzuster. Maar niet nadat hij op zeer uitbundige wijze had afscheid genomen van zijn vrijgezellen bestaan. Drie dagen en nachten is hij niet boven water gekomen. Het moet gezegd worden:     na zijn huwelijk heeft hij zich als een voorbeeldige echtgenoot gedragen en was hij een goede vader voor zijn stief- en eigen kinderen. Van knecht werd hij schipper op de Vertrouwen het schip dat zijn broer had laten bouwen. In 1913 werd een groter schip bij de Gebr. Boot te Leiderdorp besteld. Het 728 ton grote sleepschip heette eveneens Vertrouwen. Uit het huwelijk Touw-Koole 3 dochters en 1 zoon. Zoon Bastianus Wilhelmus volgt V d.

 

V d. (van IV b) Bastianus Wilhelmus (Bas) [Bas van de Bond] Touw (1906- Rotterdam 1991) nam het schip in 1929 van zijn vader over, het jaar van zijn huwelijk met Adriana van Oosten (Wemeldinge 1906-Rotterdam 1995) dr.v. schipper Jan van Oosten en Pieternella Cornelia Paulusse.

In 1947 ging hij aan de wal omdat hij een functie kreeg bij de Algemene Rijnschippersbond. Dat kwam niet uit de lucht vallen. De schoonvader van zijn halfbroer Marinus Cornelis Touw ( zie Ve) was Jan Timmermans: de voorzitter van de A.R.S.B. In 1974 trad hij af als voorzitter van de A.R.S.B. In 1947 oprichter van de Stichting Hervormde Internaten voor schipperskinderen. Hij kreeg in 1979 bij zijn afscheid van die stichting van de gemeente Rotterdam de Wolfert van Borsselenpenning. Lid raad van bestuur Nederlandse Particuliere Rijnvaart Centrale. Bestuurlid van het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. Bestuurslid van de Stichting Watertransport. Bestuurslid Verzekeringsmaatschappij ‘Oranje’ te Groningen. Lid van de Sociale Commissie voor Opvarenden van Rijn en Binnenvaart. In 1970 werd hij Ridder in de orde van Oranje-Nassau. Zijn schip Vertrouwen bleef tot 1970 in de vaart met een zetschipper. In 1955 was het omgebouwd tot motorschip met een 300 pk Deutz. Uit het         huwelijk Touw-van Oosten 1 dochter en 1 zoon.

 

IV c. (van III c) Bastiaan Cornelis (Bas)Touw (1871-Colijnsplaat 1900) huwde Colijnsplaat 1895 met Magritha Barendina Koole (Colijnsplaat 1871-1946) dr.v. Marinus Cornelis Koole en Wilhelmina Douw.

Bas kocht in het jaar van zijn huwelijk een in 1869 gebouwde houten Groningse tjalk van 127 ton. De Magritha Barendina had als thuishaven Colijnsplaat, de plaats waar zijn vrouw vandaan kwam. Bastiaan’s Rijnpatent was in maart 1895 afgegeven te ’s-Gravenhage en was geldig tot Mannheim. In 1899 laat hij bij werf Nederlof te Sliedrecht de Vertrouwen bouwen, een eenmastklipper van 216 ton. Een jaar later werd hij ernstig ziek en komt plotseling te overlijden. Zijn weduwe trouwt twee jaar later met zijn jongere broer Willem. Uit het huwelijk Touw-Koole 3 dochters en 1 zoon. Dochter Elisabeth Wilhelmina Henriëtte Touw (Laken (B) 1896-Raamsdonkveer 1980) huwde Dordrecht met schipper Willem Pieter Wakkee (1897-Raamsdonkveer 1981)[1] Zoon Marinus Cornelis volgt V e.

 

V e. (van IV c) Marinus Cornelis (Rinus) Touw (1899-Hoek 1994) huwde Rotterdam 1924 met Cornelia             Adriana Timmermans (Rotterdam 1899-Terneuzen 1985) dr.v. Jan Timmermans[2] en Fokje Keimpes de Jong.

Rinus begon in 1923 voor zich zelf en nam de klipper Zuid-Nederland over van zijn oom Kees Touw.[3] In 1927 bestelde hij een motorspits bij de Terneuzensche Scheepsbouw Mij. De Corati was eerst te Colijnsplaat gedomicilieerd, later te Rotterdam. Uit het huwelijk Touw-Timmermans, naast 1 jong overleden dochtertje, 5 dochters en 3 zoons. Dochter Margritha Barendina Touw huwde schipper Arie Korporaal. Dochter Adriana Touw huwde schipper Berend Albert Bosma. Zoons Bastiaan Willem en Willem Pieter Touw zijn een korte periode zetschipper. Zoon Jan volgt VI .

 

VI  (van V e) Jan Touw (1932-2013) huwde Rotterdam 1957 met Catharina Deurwaarder (1934) dr.v. schipper Jacob Gerrit Deurwaarder[4] en Neeltje Naeye.

Zij voeren op motorspits Macoto. Uit het huwelijk Touw-Deurwaarder 2 zoons en 7 dochters.

[1] Zie WAKKEE 1 sub IV a.

[2] J.Timmermans was jarenlang voorzitter van de A.R.S.B. (Algemeene Rijnschippers-bond)

[3] Zie TOUW 2 IV e.

[4] Zoon van Willem Leendert Deurwaarder en Gesina Maria Schot. Zie voor Deurwaarder ook SCHOT 3 sub II a en SCHOT 3 sub III e.

 

IV d. (van III c) Antonius Mattheus (Toon) Touw (1874-Rotterdam 1934) huwde 1902 met Cornelia Geervliet (1875-Rotterdam 1940) dr.v. schipper Dirk Geervliet[1] en Dana Anna Schot.

Toon had sinds 2 nov. 1899 een Rijnpatent, dat geldig was tot Mannheim. Toon was eerst zetschipper op een houten tjalk voor een suikerfabriek te Bergen op Zoom. Rijnpatent 02-11-1899 tot Mannheim. Hij liet in 1902 te Woubrugge de Cornelia bouwen, een sleepschip van 502 ton. Een zogenaamde brusselaar. In het zelfde jaar trouwde hij met Cornelia Geervliet. In 1905 laat hij zich overschrijven naar Halsteren. Toon was in 1906 lid geworden van de begrafenissociëteit. In 1925 werd in Alblasserdam bij de werf van Jan Smit de Dana een sleepschip van 1061 ton gebouwd. Toon kocht dit schip via L.de Bot en betaalde de contractprijs van ƒ 56.500.- De kostprijs van de werf was ƒ 58.391.- De werf leed er eigenlijk verlies op.

Rotterdamsch Nieuwsblad maandag 22 jan. 1934: …Zaterdagmiddag is de 59 jarige schipper A.M. Touw, toen hij zich aan boord wilde begeven van zijn in de Maashaven bij de Vuilverbranding liggende schip Dana te water geraakt en verdronken. Na enige tijd dreggen heeft de bemanning van de “Politie III” zijn lijk opgehaald, waarna het naar de Algemene Begraafplaats in Crooswijk is vervoerd…

Zijn enige dochter Dana Anna Touw (Duisburg 1912-….) trouwde in 1938 met Adrianus Sassenburg (Rotterdam 1905-Rotterdam 1973) zoon van Jacob Sassenburg en Adriaantje Mout. Hun sleepschip Dana werd in 1956 gemotoriseerd met een 500 pk Deutz. Uit het huwelijk Sassenburg-Touw 2 zoons. In 2002 was het schip als Turingia nog steeds in de vaart met als eigenaar J.C.Keyzer, een kleinzoon van Fré Touw[2], de jongste broer van Toon.

[1] Zie GEERVLIET sub I.

[2] Zie TOUW 2 IV g.

 

IV e. (van III c) Cornelis Johannes (Kees) [Kees Radio, ook Vaz Diaz[1]] Touw (1876-1944), huwde Numansdorp 1902 met Pleuntje Huisers (Numansdorp 1877-1963) dr.v. schipper Nicolaas Huisers en Krijna van ’t Hof.

Rijnpatent 15-01-1900 tot Mannheim. In het jaar van zijn huwelijk laat hij bij werf Paans aan de Roode Vaart de Zuid-Nederland bouwen een eenmastklipper van 233 ton. In 1924 werd de klipper verkocht aan neef Rinus Touw[2]. Bij werf Vuijk te Capelle ad IJssel werd een nieuw motorschip besteld. De Atalanta was 235 ton groot en had een Bronsmotor van 70 pk. Het schip voer van Numansdorp. Kees gaat met zijn vrouw in 1934 in Bergen op Zoom aan de wal wonen. Zijn zoons varen met het motorschip. Dochter Krijna Touw (Doel (B) 1912-Rotterdam 1999) huwde 1936 met schipper Adrianus (Adri) Fricke (Muiden 1906-Rotterdam 1989) zoon van schipper Johannes Martinus Hendrik Fricke en Dirkje van der Heide. Zoon Bastiaan Willem volgt V f, zoon Nicolaas volgt V g en zoon Eliza Willem Hendrik volgt V h.

 

V f. (van IV e) Bastiaan Willem (Bast)Touw (1903-1986) huwde 1945 met Anna de Haas (1913-2012) dr.v. schipper Dinus Johannes de Haas[3] en Pieternella Koster. Uit het huwelijk Touw-de Haas 1 dochter.

Bas voer tot 1976 samen met zijn broer Klaas op het motorschip Atalanta.

 

V g. (van IV e) Nicolaas (Klaas) Touw (1906-2003) huwde 1945 met Lina Cornelia van Dort (1920-1979) dr.v. weervisser Cornelis Johannes van Dort en Lina Margaretha van Wezel. Uit het huwelijk Touw -van Dort 2 dochters en 1 zoon.

Klaas voer samen met zijn broer Bas op de Atalanta. Hij was de laatste schipper van de familie Touw die nog in Bergen op Zoom woonde.

 

V h. (van IV e) Eliza Willem Hendrik (Lies) Touw (Klundert 1910-Rotterdam 2007) huwde Rotterdam 1938 met Gijsberta (Bep) Lodder (Willemstad 1912-Rotterdam 2006) dr.v. metselaar-aannemer Meeuwis Jan Lodder en Maria van Dis.

Voor Lies werd in 1937 te Boom (B) een motorspits gebouwd. De Attacus kwam in begin 1938 in de vaart. Lies was drager van het Verzetsherdenkingskruis. In 1978 werd de laatste reis gedaan. De Attacus werd in 1981 verkocht. Uit het huwelijk Touw-Lodder 2 dochters en 1 zoon.

[1] Vanaf 1923 had hij radio aan boord. Aan iedereen vertelde hij het laatste nieuws. Vaz Diaz was indertijd een bekend persbureau, voorloper van het ANP)

[2] Zie Touw 2 sub Ve

[3] Zie DE HAAS sub V e.

 

IV f. (van III c) Mattheus Cornelis Johannes (Teeuw) Touw (1877-Alblasserdam 1965) huwde te Rotterdam 1906 met Pieternella Cornelia van der Zee (Rohel (Schoterland) 1880- Duisburg (D) 1929), dr. v. Gerrit van der Zee en Renskje de Jong.

Rijnpatent 02-11-1899 tot Mannheim. Na het overlijden van zijn vader in 1906 was hij samen met zijn jongere broer Fré op de tweemastklipper Elisabeth blijven varen. Op 26 aug. 1908 leenden zij gezamenlijk 5500 gulden van hun oom M.C.J. (Teeuw) Pilaar om  de Elisabeth te kopen. Teeuw Touw fungeert als secretaris-penningmeester van de N.V. Elisabeth. Zijn broer Fré is de directeur van de N.V.  Teeuw laat nog in het zelfde jaar de Broedertrouw bouwen, een sleepschip van 600 ton, door werf Boot Leiderdorp. Domicilie is eerst Bergen op Zoom later in 1920 Halsteren. Gezin laat zich in 1923 overschrijven naar Asten. In 1927 kocht hij de Elgeria een sleepschip van 1050 ton van Smit Alblasserdam. De overdracht vond plaats op 4 apr. 1927. De contractprijs was bijna gelijk aan de kostprijs. ƒ 57.750.- om ƒ 57.785.-  De werf maakte geen winst. Uit het huwelijk Touw-van der Zee 3  dochters en 1 zoon. Dochter Elisabeth Wilhelmina Hendrica Touw (Zaandam1909-2002) huwde Dordrecht 1934 met schipper Sake Dijkema (Dordrecht 1907-Gouda 1962) zoon van Marcus Dijkema en Johanna Blaauw. Dochter Renske Touw (Gorinchem 1914-….) huwde Rotterdam 1938 met schipper Filippus Hendrik Volker (Dordrecht 1914-Zwijndrecht 2001) zoon van Eliza Volker en Geertruida Bos. Dochter Agatha Elisabeth Touw (Terneuzen 1918-Rotterdam 2008) huwde Alblasserdam 1944 met schipper Jacobus Volker (Dordrecht 1917-Rotterdam 1993) zoon van Eliza Volker en Geertruida Bos. Zoon Gerrit volgt V i.

                                               

V i. (van IV f) Gerrit Touw (Zaandam 1911-….) huwde Rotterdam 1938 met Thijsina Adriana Liza Volker (Amsterdam 1914-….) dr.v. Floris Volker en Maaike Jiskoot.

Gerrit voer op de Elgeria, het sleepschip werd in 1955 omgebouwd tot motorschip (560 pk Deutz) Zijn zoon Theo nam later het schip weer van zijn vader over. De Elgeria werd verkocht aan Breevoort uit Leeuwarden, en heette daarna Elisa. Daarna kwam het schip als Geertje in handen van L. v.d. Stelt uit Werkendam.

 

IV g. (van III c) Willem Frederik Hendrik (Fré)Touw (1879-1970) vernoemd als zevende zoon naar Z.K.H. prins Hendrik, de derde zoon van Koning Willem II en omdat er al een oudere broer Willem heette kreeg hij als roepnaam Fré.[1] Hij huwde Petronella Johanna Cornelia de Haas (1885-1969) dr.v. Marinus de Haas[2] en Anna Schot.

Hij kreeg in Amsterdam 16 juni 1902 zijn Rijnpatent dat geldig was tot Mannheim. Na het overlijden van zijn vader in 1906 blijft hij samen met zijn broer Teeuw op de Elisabeth. Toen zijn broer de Broedertrouw kreeg nam hij de Elisabeth. In 1910 werd Fré lid van de Begrafenissociëteit, hij bleef lid tot het opheffen in 1926. Gezin vertrekt in 1920 naar Halsteren en in 1923 naar Asten. In 1928 kocht hij de dortmunder, een sleepschip, de Bastiaan Willem, groot 915 ton. Uit het huwelijk Touw-de Haas, buiten een jong overleden dochtertje, 5 dochters en 1 zoon. Dochter Anna Marina Touw (1911-Zwijndrecht 1997) huwde 1934 schipper Johannes Schot (Tholen 1905-Zwijndrecht 1987)[3] Dochter Elisabeth Wilhelmina Hendrica (Bets)Touw (1913-Dordrecht 2003) huwde Dordrecht 1935 met schipper Leendert (Leen) Keijzer (Amsterdam 1910-Zwijndrecht 1983) zoon van schipper Jan Cornelis Keijzer en Martina Muller. Dochter Agatha Elisabeth Touw (1917-Dordrecht 1978) huwde 1942 met schipper Leendert (Leen) Molegraaf (Rotterdam 1915-Zwijndrecht 1988) zoon van Arie Molegraaf en Maria Pieterman. Dochter Petronella Johanna Cornelia (Nel)Touw (Zierikzee 1920) huwde Dordrecht 1949 met schipper Willem Keijzer (Rotterdam 1912-Dordrecht 1999) zoon van schipper Jan Cornelis Keijzer en Martina Muller. Zoon Bastianus Wilhelmus volgt V j.

 

V j. (van IV g) Bastianus Wilhelmus Touw (1922-Dordrecht 1996) huwde Dordrecht 1947 met zijn achternicht Margritha Barendina Wakkee (Mannheim 1923-Dordrecht 1998) dr.v. schipper Willem Wakkee[4] en Elisabeth Wilhelmina Hendrica Touw.

Hij voer op de Bastiaan Willem, het schip van zijn vader. Schip werd in 1961 gemotoriseerd met twee maal 220 pk GM.  Bas was drager van het Verzetsherdenkingskruis. Dat had hij te danken aan het feit dat had meegewerkt aan de Biesbos-crossings. Vanuit bezet gebied werden Amerikaanse en Engelse miltairen na de slag om Arnhem met kano’s en andere bootjes naar het bevrijde Zuiden gebracht. In de roef van de Bastiaan Willem hing een door generaal Eisenhouwer getekende oorkonde. Een dankbetoon voor geleverde zeer gevaarlijke diensten. Uit het huwelijk Touw-Wakkee 3 dochters en 1 zoon. Zoon Willem Frederik Hendrik (Fred) Touw (1957-2018) volgde op als schipper en was uiteindelijk de laatste actieve particuliere schipper van de familie Touw.

[1] Prins Willem Frederik Hendrik was tien dagen voor de geboorte van Fré Touw overleden.

[2] Zie DE HAAS sub IV d..

[3] Zie SCHOT 3 sub V b.

[4] Zie WAKKEE 1 sub IV a.

 

VERVOLG KLIK TOUW 3

1 TERUG NAAR TOUW 1