BERGSE SCHIPPERS TE HALSTEREN

 

Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw had Halsteren slechts enkele schippers onder haar bevolking. Let wel, Halsteren had geen haven. Het waren meestal schippers die zich vanuit Bergen op Zoom hadden laten overschrijven. Van 1905 tot 1919 was hun aantal gering, maar vanaf 1920 steeg het aanzienlijk. Dat er een rijksbelasting zou komen om de ongelijke gemeentebelastingen te vervangen, moet wel volop in het nieuws zijn geweest. De conclusie moet zijn dat de schippers door de discussies daarover op een idee gebracht werden. Ze lieten zich vanwege belastingvoordeel naar Halsteren overschrijven.

De gegevens in de tabel zijn afkomstig uit het bevolkingsregister van Halsteren. Administratief werden zij gevoegd in een register getiteld: Gesticht Vrederust en Schippers.[1] Vrederust was een grote psychiatrische inrichting op het grondgebied van Halsteren net buiten Bergen. Typisch ambtenarenhumor? Toch niet. Men probeerde overal in Nederland groepen die een grote mobiliteit kenden buiten de eigenlijke bevolkingsregisters te houden. Die groepen bestonden uit militairen, tijdelijke immigran-ten, dienstboden, gestichtsbewoners, schippers en later woonwagenbewoners. Deze groepen waarin veelvuldige doorhalingen voorkwamen, zorgden voor een rommelig aanzicht.[2]

[1] Bevolkingsregister 1905-1931 Gesticht Vrederust en Schippers Halsteren.

[2] Schrover, Registratie van vreemdelingen, 102.

 

 

Van de 36 schippers die zich tussen 1905 en 1931 te Halsteren lieten inschrijven kwamen er negentien oorspronkelijk uit Bergen op Zoom. Dertien van hen kwamen rechtstreeks uit Bergen op Zoom, de anderen waren eerder in Dordrecht gedo-micilieerd. Dat veel schippers uit het nabije Bergen op Zoom afkomstig waren, mag niet verwonderlijk heten.

We zagen eerder al dat veel schippers rond 1890 Bergen op Zoom hadden verlaten. Hier in Halsteren zien we dat in 1920 opnieuw een flink aantal Bergse schippers Bergen op Zoom administratief verliet. Rond 1890 was het de opkomende Rijnvaart die de schippers het motief gaf Bergen de rug toe te keren. Opvallend is dat in de jaren 1920-1923 zich maar liefst dertig schippers in Halsteren vestigden. Daarbij zal toch de manier van belasting heffen een grote rol hebben gespeeld. Bleven deze schippers hun nieuwe domicilie lang trouw? Nee, absoluut niet: 24 van de 36 schippers verlieten Halsteren al weer na enkele jaren.

De Bergse schippers vertrokken vanuit Halsteren naar verschillende plaatsen. De enige plaats die er qua aantal uitspringt, is Asten aan de Zuid-Willemsvaart, deze gemeente kreeg er in 1923-1924 zes Bergse schippers uit Halsteren bij. Asten leverde waarschijnlijk een nog gunstiger belastingtarief zodat zij opnieuw voor verandering van domicilie gekozen. Zelfs een schipper met een dortmunder, een schip dat te groot was om er te kunnen komen, koos voor Asten.[1]

[1] Mondelinge mededeling van Mevr. D. van Tol-Touw, dochter van schipper W.F.H. (Fré) Touw die een aantal jaren met zijn Bastiaan Willem van Asten heeft gevaren. Zie bijlage TOUW 2 sub IV g.

 

VERVOLG KLIK.  ONGEMAKKEN VAN EEN TIJHAVEN