K - P

KOOPMAN, KREUZE, LANDA, MAGIELS, MARTENS, VAN MECHELEN, MEERMAN, MIJNSBEGEN, MIJSBERGEN, NEDERVEEN, VAN OOST, PEETERS, DE PREE

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

KOOPMAN  1                                                                               HERVORMD

In 1795 was Jacob Koopman vanuit Bergen op Zoom beurtschipper op Middelburg. Verwantschap met hierna volgende schip-pers Koopman niet bekend.

 

KOOPMAN 2                                                                               HERVORMD

 

Martinus (Martien) Koopman (Nijmegen 1766-1831[1]) gedoopt in Schoonhoven, zoon van Gerrit Koopman en Margarita van Elzenraadt, in 1831 arbeider, huwde schippersdochter Petronella Mijnsbergen (1770-….) in 1831 arbeidster, dr.v. Antony Meijnsbergen[2] en Mayke (ook Maria) Stam. Uit het huwelijk Koopman-Mijnsbergen 9 kinderen. Zoon Gerard volgt II ,Martinus volgt II b en Theodorus volgt II c.

 

II a. Gerard Koopman (1790- Fort Bath 1861), is in 1812 schipper.[3]

 

II b. Martinus Koopman (1794- 1855) arbeider 1825, schippersknecht 1840, huwde 1823 Maria Antonisse (1802-1875) dochter van Marinus Anthonisse en Catharina Stoep. Hun zoons zijn schippersknechts en vertrekken uit Bergen op Zoom. Dochter Pieternella (ook Petronella) (1822-….) huwde schippersknecht, later visser, Sebren (ook Sijbren) Jelderda (1815-1880) zoon van metselaarsknecht Sebren Jelderda en Maria Klaassen.

           

II c. Theodorus Koopman (1801-1850) huwde Johanna Antonissen (1804-1861) dr. van Marinus Antonissen en Catharina Stoef. Hun achterkleinzoon Adrianus volgt hieronder:

[1] Op overlijdensakte was geboorteplaats Nijmegen.

[2] Dit echtpaar komt uit Willemstad.

[3] VT 1812

 

KOOPMAN  3                                                                               HERVORMD

 

Adrianus Koopman (1895-1942) zoon van Jacobus Koopman en Dimphena Catharina Disco, huwde Johanna Antoinetta Broos. Vanaf circa 1932 eigenaar van de Schelde 1 (ex Oving II) een in 1916 te Alphen aan den Rijn gebouwd motorschip van 121 ton.[1]

[1] SMD 27-10-1932

Links motorschip Schelde van Koopman. Foto collectie beeldbank WBA.

KREUZE

 

Jan Frederik Kreuze (Zaltbommel 1881) zoon van schipper Jannes Kreuze en Wilhelmina Berendina Welle huwde te Rotterdam 1911 met Gardina Wilhelmina Bokslag  (Gorinchem 1884 - Rotterdam 1943) [1] dochter van schipper Gerrit Bokslag en Gardina Wilhelmina Bilderbeek. Al voor zijn huwelijk in 1911 is Jan werkzaam in de binnenvaart, in 1904 is hij aan boord van zeilschip Margaretha, tenminste zo staat het opgetekend in het Bevolkingsregister van Rotterdam. Zijn domicilie is dan Zutphen. Op 16 september 1918 is hij zetschipper aan boord van de klipper IJzermot, daarna volgen een reeks postadressen in Rotterdam. Hij woont op het schip.

 

Het schip IJzermot (ex Maria) is door G.J. Bilderbeek, directeur van N.V. IJzergieterij en Machinefabriek ‘De Etna’ te Amsterdam-Noord in 1918 aangekocht.[2] Het bedrijf dat machines produceerde voor de levensmiddelenindustrie maakte sinds 1915 deel uit van het Stork-concern. In 1918 werd de ijzergieterij van ‘De Etna’ overgeplaatst naar de Tielsche machinefabriek. Dit laatste bedrijf, eveneens deel uitmakende van het Stork-concern, werd later in zijn geheel overgebracht naar Bergen op Zoom. Het werd samengevoegd met de Bergse NV Machinefabriek, IJzer- en Metaalgieterij, Constructiewerkplaatsen "Holland" v/h Alex Nerincx. In 1928 is het samengevoegde bedrijf een volledige dochter van Stork en heet dan NV Machinefabriek, IJzer- en Metaalgieterij "Holland", kortweg ‘De Holland’. In 1934 werd de klipper gemotoriseerd en vanaf die tijd verschijnt de IJzermot geregeld in de Bergse haven.

 

Jan Frederik Kreuze blijft al die jaren dat hij met het schip vaart in Rotterdam ingeschreven staan. Het Bevolkingsregister schrijft dat hij 29 sep.1939 naar Bergen op Zoom is vertrokken. Zoon Wolter Kreuze (Rotterdam 1916-Bergen op Zoom 2010) volgde zijn vader op en voer tot 1965 met de IJzermot.

 

Op maandagmorgen omstreeks tien uur is in dikke mist het 190 ton metende m.s. IJzermot van NV Machinefabriek Holland te Bergen op Zoom, geladen met piekijzer in de buurt van Zijpe in aanvaring gekomen met m.s. Corma uit Ouderkerk aan de IJssel.[3]

De IJzermot is daarbij gezonken. Het schip is kort daarop door Van der Marel te Viane (Z) gesloopt.[4]

[1] Ten tijde van haar overlijden was zij woonachtig in Bergen op Zoom.

[2] In verschillende publicaties wordt het de NV IJzergieterij en Machinefabriek ‘De Chrou’ genoemd. Het oude handschrift in de liggers van de Scheepsmetingsdienst laat zien dat er met rode inkt geschreven ‘De Etna’ staat. De pen heeft bij de ophaal niet altijd het papier geraakt en is daardoor voor de meeste mensen moeilijk leesbaar.

[3] Het Vrije Volk 02-03-1965

[4] www.binnenvaart.eu

 

 

 

LANDA                                                                                         HERVORMD

 

Lambertus Landa komt als militair in het begin van de negentiende eeuw vanuit Leiden naar Bergen op Zoom. Veel leden van deze uitgebreide familie zijn werkzaam in de visserij, enkelen van hen werken een periode als schippersknecht, schipper of als zetschipper.

 

I. Lambertus Landa (Leiden 1790-1841) zoon van Jan Landa en Jannetje Hollebeek. Komt als militair naar Bergen. Hij is kanonnier bij de 4e Compagnie Korps Rijdende Artillerie, daarna hoefsmid. Hij huwde 1820 met Cornelia Magdalena van Dort (1799-1877) dr.v. schipper / visser Willem van Dort [1] en Elisabeth Augustijn. In 1831 is hij winkelier. Adres 1860/80 Zuidzijde Haven 19.[2a] Uit het huwelijk Landa-van Dort 14 kinderen. Zeker 4 zoons zijn werkzaam in de scheepvaart. Zoon Willem volgt II a. en zoon Lambertus volgt II b.

 

II a. (van I) Willem Landa (1820-1890) is in 1847 en 1890 visser en in 1864 schippersknecht. Hij huwde 1846 met Grietje Otten (Oosterbeek 1822-1912) dr.v. Hendrik Otten en Dirkje Lammers. Willem wordt met enige regelmaat tot gevangenisstraf veroordeelt onder ander voor dronkenschap, laster en nachtelijk burengerucht. [2b] Uit het huwelijk Landa-Otten dochter Cornelia Adriana (1849-1903) huwde 1871 met Pieter Johannes Schot (1846-1912) visser, schippersknecht.[3] Zoon Wilhelmus Adrianus, volgt III a.

 

III a. (van II a) Wilhelmus Adrianus Landa (1847-….) huwde 1871 met Francina de Min (1847-1946) [Kath.] dr.v. Wilhelmus de Min en Maria Cornelia Maurer. Wilhelmus is 1880/00 schippersknecht <doorgehaald schipper.[4] In 1871/72 eigenaar van een schouw van 16 ton.[5] Adressen: 1880/00 Noordzijde Haven achtereenvolgens 60, 49 en 58.[6a] Net als zijn vader wordt ook Wilhelmus Adrianus een aantal maal veroordeelt tot gevangenisstraf. Openbare dronkenschap en wederspannigheid dat lichamelijk letsel tot gevolg heeft zijn de oorzaken. [6b] Uit hen zes zoons. Vier van hen zijn schipper, geen schepen bekend.

 

II b. (van I) Lambertus Landa (1839-….) huwde H. en L. Zwaluwe 1875 met Dingena ten Haaf, dr. van Bastiaan Pieter ten Haaf en Anna van Bavel. Uit dit huwelijk vier zoons en een dochter, allen geboren te Rotterdam.

Zoon Pieter Adam volgt III d.

 

III b. (van II b) Pieter Adam [de Rotterdammer] Landa (Rotterdam 1887-1953) visser, schipper en visser in 1953, huwde 1902 met Elisabeth van Gent (1887-….) dochter van Johannes van Gent en Hendrika Wilhelmina Laenen. Tijdens de stormramp in 1911 was zijn houten schip geladen met buizen bij het Heensche Sas verloren gegaan.[7]

Op 13 april 1912 leent Pieter Adam ƒ 1150.- van J.A. Mulock Houwer, fabrikant, J.A. Smout, expediteur en P.J. Timmermans om een schip te kunnen kopen. [8] Het betrof hier het stalen zeilschip De Eendracht 60 ton groot. Hij noemt het schip naar zijn vrouw Elisabeth. Hij verkoopt het twee jaar later aan W.Udo te  Dreumel. Pieter Adam leent nu ƒ 1000 om een iets kleiner schip te kopen.[9] Dit was het klippertje Elisabeth dat in 1899 in Temse was gebouwd. Dit schip werd in mei 1918 verkocht aan P. van Borssum Waalkens te Rotterdam. Uit het huwelijk Landa-van Gent 10 kinderen. Een aantal zonen is werkzaam in zowel de binnenvaart als visserij.

[1] Zie VAN DORT 1 sub I..

[2a] BR 1860/80

[2b] www.bhic.nl   gevangenisregisters

[3] Zie SCHOT 1 sub I. nakijken

[4] BR 1880/00

[5] PB 1871/73

[6a] BR 1880/00

[6b] www.bhic.nl  gevangenisregisters

[7] Zie hoofdstuk 4, Stormramp zaterdag 30 september 1911.

[8] NA BoZ 0050, inv.nr. 1459, aktenr. 130, Not. W.J. van Gruting, 13-04-1912

[9] NA BoZ 0050, inv.nr. 1461, aktenr.136. Not. W.J. van Gruting, 05-06-1914

  

 

MAGIELS                                                                                            KATHOLIEK

 

De naam werd enkele keer ook geschreven als Machiels

 

Petrus Josephus Magiels, geb. Ossendrecht 1819, schippersknecht later schipper, zoon van landbouwer en herbergier Theodorus Magiels en Jacoba Kwik. Hij huwde te Beverwijk 1860 met Cornelia Molenaars, geb. Beverwijk 1836, dr. van veerschipper Ernst Molenaars en Jansje van 't Rood. Uit hen 9 kinderen die geboren zijn in Amsterdam, Beverwijk, Rotterdam en Merksem (B). In 1874 staat het gezin ingeschreven in Amsterdam Westerstraat 223. [1] Geen opvolging in de scheepvaart.

                  

                    Twee broers van Petrus waren ook werkzaam in de binnenvaart. Schipper Jan Baptist Magiels (1818) ging in

                    1869  met zijn gezin naar Antwerpen. Ferdinandus Magiels (1823) schippersknecht in 1842 bij inschrijving als

                    militair.

 

                    In de jaren 1871 / 72 betaalde P. Magiel te Bergen op Zoom patentbelasting voor de 119 ton grote houten pleit

                    l'Union.

 

In 1873 werd te Amsterdam de N.V. Maatschappij voor Chemische Industrie opgericht, dit was een voortzetting en uitbreiding van de in 1860 opgerichte N.V. De Nederlandsche Koolteerstokerij aan de Kostverlorenvaart te Amsterdam. Tot de bezittingen van de nieuwe N.V. behoorden naast de bedrijfsgebouwen ook twee schepen. Ten eerste het tjalkschip De Vrouw Gerdina en ten tweede het pleitschip l'Union. [2] De schepen werden gebruikt om overal in Nederland en België bij de gasfabrieken het restproduct koolteer op te halen voor het koolteerdistillatie-bedrijf. Een gasfabriek verkreeg uit 1000 kilo kolen ongeveer 285 kubieke meter gas. De restproducten waren circa 700 kilo cokes, 100 liter ammoniakwater en 50 kilo koolteer.

 

                    Zes van de negen kinderen uit het huwelijk Magiels-Molenaars zijn op zeer jonge leeftijd overleden. Zouden de

                    kwalijke en giftige dampen van de scheepslading daarin een rol hebben gespeeld?

 

[1] Amsterdam Bev. reg. 1874-1893, inv.nr. 2273

[2] Nederlandsche Staatscourant 16-01-1873

 

 

MARTENS 1                                                                                         KATHOLIEK

 

De naam werd ook geschreven als Mertens en Meertens. De voornaam wisselt ook, Guillaume , Guilielmus of Willem.

 

Willem Martens (circa 1763-1829) huwde 1e met Joanna (Anna) Simons (ook Siemons) (….-1811) en huwde 2e 1816 Adriana Baartmans, dr. van Johannis Baartmans en Maria de Wolf. In 1812 eigenaar van een poon van 22 ton, de № 6.[1] Hij vaart ondermeer op Lillo. In 1824 beurtschipper op Antwerpen en eigenaar van een staatsieschuit.[2] Uit het 1e huwelijk o.a. Johanna Wilhelmina Martens (1796-1875) die huwde met beurtschipper Marinus de Jager.[3]

 

[1] IU 1812

[2] SSS 1824

[3] Zie DE JAGER 1 sub III b.

 

MARTENS  2

 

Geen verwantschap gevonden met voorgaande schipper Martens.

Marten Hendrik (Hein) Martens (Zierikzee 1866-1944) zoon van schipper Hendrik Martens en Pieternella van Westen. Toen hij 1 jaar was overleed zijn vader. Hij huwde te Sint Maartensdijk 1891 met Maria Verheijke (Zelzaete 1870-1953) dochter van schipper Pieter Verheijke en Francina IJsseldijk. Marten voer van 1897 tot 1908 met de klipper Georgius, gebouwd te Hoogezand 1897 en 140 ton groot. Volgens RSR 1914 is eigenaar M. Martens te Zierikzee met zetschipper L. van de Wal. Dit kan niet kloppen want Martens verkocht het schip in 1908 voor 6000 gulden aan Lambertus van der Wal uit Delfzijl. Het schip werd daarna in de Wad- en Sontvaart gebruikt. In 1908 liet Martens te Hoogezand de klipper Actief bouwen, deze was 208 ton groot. Domicilie was Zierikzee. Hij verkocht dit schip in 1920 aan E. Groen uit Groningen. In 1929 is het schip verbouwd en onder klasse gebracht.

Martens is in 1920 ingeschreven in Bergen op Zoom, vorig domicilie was Halsteren.

De moeder van Martens woonde met haar tweede man Jacob Vermeulen in Bergen op Zoom aan de Noordzijde Haven nr. 106.

 

Klipper Actief. Foto beschikbaar gesteld door Bert Zwikker.

 

VAN MECHELEN                                                                         HERVORMD

 

Johannes van Mechelen (1841-Rotterdam 1882) zoon van koopman Adrianus van Mechelen en Maria van Elzakker. Huwde Rotterdam 1881 met Johanna Bouwman ('s-Hertogenbosch 1861) dr. van Johannes Bouwman en Joanna de bakker. BR 1860/80 schipper. In 1867 beurtschipper op ’s-Gravenhage. Adres: BR 1860/80 geen opgave. Volgens HG 1875 vervoerde Van Mechelen een zogenoemde Komedie. Vertrekt 9 november 1876 naar Rotterdam. PB 1872/73 eigenaar van de tjalk De Zes Gebroeders van 42 ton.

 

 

MEERMAN

 

I. Jan Meerman (1859-Farciennes[1] (B) 1918) schipper, zoon van spekslager, tapper Jan Meerman en Adriana van Nispen, huwde 1880 met Josepha Hopmans (1861-Dordrecht 1951) dr. van landbouwer Johannes Baptist Hopmans en Johanna Catharina van de Watering.[2]

Zijn grootvader Van Nispen was schipper en twee broers van zijn moeder eveneens. De stiefvader van zijn vrouw was ook schipper. Het is dus niet zo vreemd dat ook Jan dit vak kiest.

Jan voer 1890 / 1892 op de boeierschuit De Maria 43 ton groot.[3] Is in 1900 aan boord van schip Broedertrouw. [4]

Uit het huwelijk Meerman-Hopmans: 11 kinderen, hier volgen alleen de gegevens van hen die met de binnenvaart te maken hadden. [gegevens beschikbaar gesteld door Frans Heijlaerts]

 

3. Johannes Baptist (Jan) Meerman (1885-Maasbracht 1957) bij huwelijk in 1912 stoombootkapitein.

4. Adriana (Jana) Meerman (Zierikzee1887-1967) huwde Johannes Theodorus Nicolaas (Jan) Oosterwaal, zoon van schipper Cornelis Johannes Oosterwaal en Helena Henning, zij voeren op de Rotterdam 118. [5]

5. Christiaan (Chris) Meerman (Zierikzee1889-Dordrecht 1967) bij 1e huwelijk stuurman, bij 2e huwelijk in 1934 schipper.

6. Petrus Johannes (Piet) Meerman (1890-Born 1957) huwde 1e Dordrecht 1912 met Catharina Maria van Geldrop, dr. van Jan van Geldrop en Johanna W. C. A. Schouten. Huwde 2e Dordrecht met Bernardina Schouten, dr. Govert Schouten en Bernardina van Est. Bezat samen met zijn zwager Frans Heijlaerts vanaf oktober 1924 de stoomsleepboot Frans (ex Marie). Hij nam in 1930 het aandeel van zijn zwager over en begon voor zichzelf. De sleepboot kreeg de naam Josepha. Domicilie is Dordrecht. De boot werd in 1936 verkocht.

9. Leonardus Hendricus Meerman (1895-Sittard 1965) bij huwelijk in Dordrecht 1918 schipper, heeft gevaren op de Rotterdam 99. Later is hij sleepagent/bevrachter te Maasbracht.

11. Magdalena Catharina (Lina) Meerman (1899-Dordrecht 1979) huwde Dordrecht 1924 met Franciscus Joseph (Frans) Heijlaerts (Breda 1899-Dordrecht 1972) zoon van smid Josephus Johannes Heijlaerts en Maria Lucia Luijckx. Bezat vanaf oktober 1924 samen met zijn zwager Piet Meerman de stoomsleepboot Frans (ex Marie). Hij liet in 1930 een nieuwe stoomsleepboot bouwen. Ook deze boot kreeg de naam Frans. Domicilie is Dordrecht.

Ook latere nazaten van Lina en Frans zijn gaan varen. Zoon Franciscus Joseph Heijlaerts (Dordrecht 1926-Dordrecht 2005) en kleinzoon Franciscus Joseph Heijlaerts (Dordrecht 1952) zijn beide sleepbootkapitein geworden, ook op een sleepboot Frans.

 

 

Frans (ex Marie)

Foto beschikbaar gesteld door Frans Heijlaerts

advertentie

beschikbaar gesteld door Frans Heijlaerts

Frans

Foto beschikbaar gesteld door Frans Heijlaerts

 

[1] Ten oosten van Charleroi aan de Samber.

[2] Johanna C. van de Watering, trouwde na haar scheiding van J.B. Hopmans in 1865 met schipper Petrus van Parijs. Zij is op 15-02-1897 te Roosendaal overleden. Het overlijden werd te Roosendaal aangegeven door haar echtgenoot de 74-jarige visser Petrus van Parijs. Terwijl haar overlijden op 30 december 1897 te Bergen op Zoom werd aangeven door twee zoons uit haar eerste huwelijk. Hier wordt zij echtgenote genoemd van J.B. Hopmans.

[3] WBA, Pat. Bel. BoZ 1890 / 1892

[4] WBA, Bev.Reg. BoZ 1900

[5] Zie OOSTERWAAL IV a

 

MIJNSBERGEN                                                                           HERVORMD

 

De familie Mijnsbergen kwam oorspronkelijk uit Willemstad. De naam werd op veel manieren gespeld: Meijnsbergen, Meijsberg, Meijsbergen, Meijsberghen, Meisbergen, Mijnsbergh, Mijsbergen, Mijsberghen, Mijsberg, Mijsbergh, etc. Antoni Mij(n)sbergen (Willemstad 1740-1812) zoon van chirurgijn en burgemeester van Willemstad Michiel Alphonse Mijsbergh en Arnoldina van der Moer, vestigde zich in 1762 te Bergen op Zoom. De hierna volgende Antonie Adrianus was een achterkleinzoon van deze Antoni. Veel leden van deze familie waren visser.

 

I. Antonie Adrianus Mijnsbergen (ook Mijnsbergh) (1838-Rotterdam 1919) zoon van Antonij Mijnsbergh en Adriana Ditvoorst. Huwde 1e 1865 Maria Meeuwis (1839-Antwerpen 1874) dr.v. voerman Adrianus Meeuwis en Geertrui Braat. Huwde 2e 1884 Anna Petronella Plasmans (1842-1906) [Kath.] dr. van Hendrik Hermanus Plasmans en Maria van den Boom. Antonie is in 1860/80 en 1880/00 schipper.[1] Adres: 1860/80 Haven C 108.[2] In 1880/00 D 19 (doorgehaald), Noordzijde Haven (doorgehaald), Zuid-zijde Haven C 105 (doorgehaald) 115.[3] Uit het 1e huwelijk 4 kinderen . Uit 2e huw.: 2 zoons.

[1] BR 1860/80 en 1880-00

[2] BR 1860/80

[3] BR 1880/00

 

MIJSBERGEN                                                                               HERVORMD

 

Ook degenen die hun naam als Mijsbergen schrijven stammen af van Antoni Mijnsbergen (1740-1812). De hierna volgende I a Anthonie, I b Johannes en I c Hendrik zijn kleinzoons van de eerste Antoni.

 

I a. Anthonie Mijsbergen (ook Antoine Mijsberg) (1788-1843) zoon van Machiel Mijsberg[1] en Anna Catharina Gieseling[2].  Hij huwde 1811 met Elisabeth Kot (ook Kodt) (Halsteren 1788-1844) dochter van Marinus Kot en Neeltje Timmerius (of Timmermans). In 1812 1830 en 1840 schipper.[3] In 1824 eigenaar van een schouw[4] en in 1831 eigenaar schuit.[5] Adres: 1830 Zuidzijde Haven 58[6], 1840 Moeregrebstraat 71 a.[7]

 

I b. Johannes (Jan) Mijsbergen (1795-1847) zoon van Machiel Mijsberg en Anna Catharina Gieseling, schipper huwde 1824 met Anna Elisabeth van der Kuijl (1794-1868 dr.v. Engel van der Kuil[8] en Maria Rinner. In 1824 eigenaar van een schouw.[9] Uit hen 4 kinderen. Zoon Engel volgt II.

 

II. Engel Mijsbergen (1828-1882) huwde 1850 met Maria Wilhelmina Maas (1827- Terneuzen 1904) dr.v. Henricus Maas[10] en Johanna Schot. Engel is aanvankelijk visser en in 1860/80 schipper.[11] Adres 1860/80 Dubbelstraat zonder nr.[12] Uit het huwelijk Mijsbergen-Maas negen kinderen. Zoon Johannes H. volgt III.

 

III. Johannes Henricus Mijsbergen (1854-1934) visser, schipper huwde 1881 met Johanna Petronella Landa (1856-1936) dr.v. Johannes Lambertus Landa[13] en Petronella Binkhorst. Johannes is in 1880/00 schipper.[14] Adres:  1880/00 Achter Gasfabriek C 186 (doorgehaald) Dubbelstraat D 81.[15] In 1900/1920 aan boord van schip Jeanne[16] een kempenaar van 'La Meuse' te Antwerpen Uit dit huwelijk 7 kinderen.

 

I c. Hendrik Mijsbergen (1803-Goes 1843) zoon van Machiel Mijsberg en Anna Catharina Gieseling, huwde 1831 met winkelierster Katharina Touw (1802-1844) dr.v. Daniel Danielsen Touw[17] en Willemina Overbroek. In 1831 eigenaar schuit.[18] Hendrik is in 1840 schipper.[19] Adres: Zuidzijde Haven 36 (2 huisgezinnen, 8 inwoners).

 

[1] Machiel Meijnsbergen (ook Mijsberg) (1762-1831) huwde 1787 met Anna Catharina Gieselingh (Gieseke) (Breda 1762-1818) dr. v. Hendrik Gieseke , zoon van Antony Meijnsbergen (Willemstad 1741-….) huwde 1762 met Mayke (Maria) Stam (Almkerk 1741-….).

[2] Ook Giesik en Gieze.

[3] VT 1812, 1830 en 1840

[4] SSS 1824

[5] BSA 1831

[6] VT 1830

[7] VT 1840

[8] Zie VAN DER KUYL 2

[9] SSS 1824

[10] Zie MAAS sub I.

[11] BR 1860/80

[12] BR 1860/80

[13] Zie LANDA II b.

[14] BR 1880/00

[15] BR 1880/00

[16] BR 1900/20

[17] Zie TOUW 1 sub I a.

[18] BSA 1831

[19] VT 1840

 

 

NEDERVEEN                                                                         HERVORMD 

Het hierna volgende echtpaar had vier dochters die alle vier met een Bergse schipper trouwden. Het gevolg is dat heel veel Bergse schippers er van afstammen.

 

I. Jacob Nederveen (Werkendam 1770-1842) huwde 1e 1788 met Paulina van der Kuijl. Huwde 2e 1800 met Johanna de Keijzer (ca 1779-1865) dochter van Dirk de Keijzer en Johanna Bergmans. Jacob koopt 22 mei 1813 een oude schouw voor ƒ 60.- van de zoons van Fop Smit te Alblasserdam.[1] In 1824 eigenaar van een beunschouw[2], hij vaart er mee in de zogenaamde Brede Beurt. In 1831 heeft hij een schuit van 24 ton.[3] Jacob is in 1834 ventjager en in 1840 schipper.[4] Bij overlijden beroep ventjager. Adres 1840: Zuidzijde Haven 96 (2 huisgezinnen en 5 inwoners).[5] Uit het huwelijk Nederveen-van der Kuijl 2 dochters. Uit het huwelijk Nederveen-de Keyzer 4 dochters:

            Dochter Johanna Philippina Nederveen (1805-….) huwde 1826 met schipper Pieter Schot (1804-1875)[6]

            Dochter Anna Nederveen (1807-….) huwde 1833 met schipper Engel van der Kuijl (1797-1879)[7]

            Dochter Dirkje Nederveen (1809-1876) huwde 1834 met schipper Pieter van den Berg (1811-….)[8]

            Dochter Aagje Nederveen (1811-….) huwde 1836 met schipper Johannes van Dort (1812-….)[9]

[1] Het Rekeningenboek van Fop Jansz Smid 1775-1789 en zijn beide zoons 1811-1814.

[2] SSS 1824. Jacob is ventjager, d.w.z. dat hij verse vis vervoert. Deze werden in de bun of beun in leven gehouden.

[3] BST 1831

[4] VT 1840

[5] VT 1840

[6] Zie SCHOT 1 sub I.

[7] Zie VAN DER KUIJL 4 sub II,

[8] Zie VAN DEN BERG SUB I.

[9] Zie VAN DORT 2 sub II c.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

VAN OOST                                                                                 HERVORMD

Alle data te Bergen op Zoom tenzij anders vermeld.

 

I. Quirijnis (Krijn) van Oost (Sint Annaland 1827-Schoonhoven 1896) schipper, zoon van Lambrecht van Oost en Maria Kaspers, huwde Sint Philipsland 1858 met Apolonia Pieternella Mariceaux (Tholen 1835-….) dr.v. Isodore Fictore Mariceaux en Francina Johanna Wessels. Krijn vestigde zich in Bergen op Zoom en is in 1890/91 eigenaar van de Dankbaarheid een tjalk van 49 ton waarmee hij niet in een vaste beurt voer.[1] In 1903 neemt hij een 83 ton grote houten tjalk over van J. Dolk uit Zevenbergen. Hij geeft het schip de naam Nooit Gedacht. [7] Uit dit huwelijk drie dochters en drie zoons. Dochter Francina Johanna (Oud-Vossemeer 1865-Zierikzee 1950) huwde 1888 met Johannes Cornelius Maas (1862-Zierikzee 1951) [2] Zoon Lambrecht volgt II a. Zoon Isodorus volgt II b.

 

II a. Lambrecht van Oost[3] (Oud-Vossemeer1866-Antwerpen 1932) huwde 1891 met Maria Kostense ( Sint Philipsland 1867-Rotterdam 1958) dr.v. Abraham Kostense en Leuntje van de Ree. Lambrecht voer eerst als zetschipper voor M. Boot uit Zierikzee op de Pieter Jan een houten schip[4] van 127 ton. In nacht van 11 feb. 1898 sloeg het houten schip op de glooiing van het Val van Zierikzee. Juist in deze nacht kwam zijn oudste zoon ter wereld. M. Boot is in 1900 eigenaar van een in 1876 te Leeuwarden gebouwde houten tjalk van 138 ton. Dit schip heette De Vrouw Helena.[5] Gezin Van Oost vertrekt 1903 naar Strijen. Daarna was Lambrecht schipper-eigenaar op de in 1907 te Mijdrecht gebouwde Maria, een hagenaar van 87 ton.[6] Domicilie was Strijen. Hij nam in 1921 de klipper Engelina over van J. Aarnoudse uit Herwijnen. Hij doopte het schip om in Ahead, thuishaven bleef Strijen. Dit schip van 106 ton was in 1914 te Alphen ad Rijn op werf Boot gebouwd. In 1927 liet Lambrecht bij Fikkers te Muntendam het 124 ton grote motorschip Ahead bouwen. Dit schip komt later in handen van zijn zoon Krijn Abraham van Oost (1906-1990). Uit het huwelijk Van Oost-Kostense een dochter en zes zoons. Vijf zoons volgen in het schippersvak.

Zoon Abraham Krijn van Oost (Zierikzee 1898-Oud-Beijerland 1986) komt in 1920 vanuit Strijen naar Bergen op Zoom en is dan aan boord van de Maria [8] het schip van zijn oom Isodorus van Oost, zie II b. In 1928 heeft hij het schip Maria van zijn vader overgenomen, domicilie is Bergen op Zoom. Er varen dus twee Maria's met een schipper Van Oost.

 

II b. Isodorus van Oost (Nieuw-Vossemeer), schippersknecht 1889, schipper, huwde Oud-Vossemeer 1889 met Maria Stormezand (Oud-Vossemeer) Gezin komt in 1917 van uit Rotterdam naar Bergen op Zoom. Eerst adres aan de haven later aan boord schip Maria.  Uit hen een dochter: Apolonia Pieternella van Oost (1890-....) zij huwde in 1912 met Hendrik de Haas (1888-....) schipper, zoon van Marijnis de Haas en Johanna Leune. Zie DE HAAS 2 sun IV b.

 

[1] PB 1890/91

[2] Zie MAAS sub III b.

[3] Veel gegevens van deze familie zijn afkomstig uit het artikel ‘Zomaar een willekeurige schippersfamilie’ door J. de Mik in Binnenvaart, nr. 1, apr. 1992.

[4] Volgens J.de Mik, die met een kleindochter van Lambrecht I. van Oost was gehuwd, was de Pieter Jan een koftjalkje. Bron: Binnenvaart 1e jrg. Nr. 1 apr. 1992.

[5] SMD 1900

[6] RSR 1914. met brandmerk 90 B Utr 1928 

[7] LSD 1900 tjalk De Vereeniging J. Dolk te Zevenbergen

[8] met brandmerk 114 B Utr 1929

 

PEETERS-VAN EEKEREN                                                                  KATHOLIEK

 

Johannes Josephus Peeters (1845-1905) zoon van Elisabeth Peeters huwde 1870 met Adriana van Eekeren (1846-1923), dochter van Johannes van Eekeren en Maria Anthonetta van der Meeren. Johannes maakt een opmerkelijke carrière. Bij de militaire keuring is hij arbeider, bij zijn huwelijk gasfitter en in 1880 is hij koopman en bij zijn overlijden in 1905 is hij stoomcarrousselhouder. Zijn boedelbeschrijving vertelt dat de stoomcarroussel met tent, woontent en machine  2500 gulden waard is.[1] De carroussel staat in een pakhuis in de Koepelstraat. Verder bezit hij 3 huizen in de Klaverstraat en verder nog een flink aantal andere huizen, een moestuin en pakhuizen in Bergen op Zoom. In kas was 1400 gulden. Zijn weduwe A. Peeters-van Eekeren zet het bedrijf voort. Voor het vervoer van de stoomcarroussel was een schip gehuurd. Dat was het schip Ruit Hora van de weduwe J.M. Hagenaars-Crusio te Bergen op Zoom dat bevaren werd door haar zoon Walterus Hagenaars. De eigenaresse van het gehuurde schip gaat failliet.[2] Er ontstaat een moeilijke situatie en voor de stoomcarroussel wordt een eigen schip aangeschaft. De klipper Lina wordt overgenomen. Dit in 1894 te Krimpen aan den IJssel gebouwde schip is 233 ton groot. Als zetschipper werd C. de Haas gecontracteerd. In september 1910 richt de weduwe Hagenaars-Crusio een verzoek aan de Provincie Friesland om met haar klipper LIna de kanalen van Friesland te mogen bevaren. Dat was nodig omdat het schip wat langer was dan de in Friesland toegestane lengte van 31.50 meter.[3] In het dossier dat bewaard is gebleven in het Provinciaal Bestuurlijk Archief (ofwel het Staten Archief van Friesland 1813-1924) zit naast de correspondentie ook een vergunning van de burgemeester van Haskerland voor een staanplaats op de kermis van Joure. [4]

Uit het huwelijk Peeters-van Eekeren volgen twee zoons in het kermisvak. Oudste zoon Adrianus Marinus Peeters (1871-1940) huwde 1e Hubertina C.E. Vincken en 2e Maria C. E. Vincken. Twee zussen uit een kermisexploitanten-geslacht uit Roermond. Adrianus is stoomcarousselhouder en elektricien. Jongste zoon Petrus Cornelis Peeters (1885-....) huwde Maria G.M. Vermolen geboren in 1890 in Amsterdam aan boord van een schip. Haar vader is draaimolenhouder en schipper.  Petrus is achtereenvolgens schipper, kermisexploitant en bioscoophouder. In 1927 koopt Petrus het pand Grote Markt 19 en laat het in 1929 verbouwen tot bioscoop. De naam werd Roxy.

 

[1] NA BoZ arch.nr. boz-0050, inv.nr. 1431, notaris W.J. Gruting, 15 april 1905.

[2] NA BoZ arch.nr. boz-0050, inv.nr. 1430, notaris W.J. Gruting, 20 september 1905.

[3] Zie WOORDENLIJST onder Friese maatschip.

[4] Gevonden op www.altijdstrijdvaardig.nl

 

 

DE PREE

 

Pieter en Marinus de Pree, twee broers, trouwen beiden een vrouw uit Bergen op Zoom.

 

Pieter de Pree (Kats 1867 - . . . . ), schipper, zoon van winkelier Nicolaas de Pree en Lijdia Meulenberg, huwde Bergen op Zoom 1892 met Cornelia Wilhelmina Rijkhals (1866- Born 1949) dochter van pottenbakker Karel Rijkhals en Cornelia Wilhelmina Borrie. Uit dit huwelijk 5 zoons en 3 dochters, allen geboren te Bergen op Zoom.

Rijnpatent 1893 Mannheim. Vanaf 1913 eigenaar van de Nieuwe Zorg (ex Omega) gebouwd Delfzijl 1907. 68.20 x 7.76 meter en 900.6 ton groot. Hij nam dit schip over van E. de Paepe te Antwerpen. In 1925 laat hij bij N.V. Scheepswerf v/h Jan Smit Czn te Alblasserdam het schip Zuidvliet bouwen, varend van Kats. 69.99 x 9.17 meter en 1091 ton groot.

 

Marinus de Pree (Wolfaartsdijk 1873 - Breda 1917), zoon van winkelier Nicolaas de Pree en Lijdia Meulenberg, huwde Bergen op Zoom 1899 met Cornelia Schot (Oudenbosch 1877 - Breda 1945) dochter van schipper Jacob Gerrit Schot en Maria Josina de Haas. Hun kinderen, twee zoons en twee dochters werden geboren te Bergen op Zoom

Schipper aan boord van het schip “Cornelia”. Het ijzeren paviljoenjacht Cornelia (ex Koerier) is gebouwd bij Van der Giessen te Krimpen a/d Lek 1884, 15.30 x 3.82 meter en 45 ton groot. In juni 1906 overgenomen van Wessane en Laan te Wormerveer. Later heeft hij een grotere tjalk. Opnieuw met de naam Cornelia (ex Op Hoop van Zegen). Gebouwd 1896 te Krimpen a/d IJssel, 21.30 x 4.30 meter en 86 ton groot. Dit schip werd in 1916 verkocht aan M. Oomens te Oude Tonge die het naar zijn vrouw Aaltje noemde. Vertrekt met gezin 2 aug. 1916 naar Breda. Marinus staat daar ingeschreven als koopman.

 

VERVOLG KLIK  FAMILIENAMEN R - S

1 TERUG NAAR  FAMILIENAMEN E - H

Maak jouw eigen website met JouwWeb